HOORN – ‘De leidinggevenden van kindercentrum de Blokkendoos in Hoorn kunnen daar niet terugkeren. De bestuursrechter in Alkmaar stelde vanochtend het Hoornse college in het gelijk. Burgemeester en Wethouders hadden het tweetal geschorst na een  vernietigend GGD rapport over hun handelswijze’, schreef het Noord-Hollands Dagblad op 23 mei 2012. Dat besluit was gebaseerd op het rapport van de GGD, waarin onder meer werd gesteld dat de leidinggevenden van de Blokkendoos zich schuldig maakten aan intimidatie, pesten en het kleineren van kinderen.

In de periode die volgde, werd directeur en eigenaar Maaike Groenestein van haar taak ontheven. In april 2013 werd haar kinderdagverblijf wegens faillissement uiteindelijk definitief gesloten. In een openhartig interview vertelt ze Westfriese Zaken haar kant van het verhaal. We bezoeken Maaike Groenestein voor het interview op haar woonadres. Terwijl ze iets te drinken inschenkt, rept ze op redelijk ontspannen wijze over allerhande koetjes en kalfjes. Wanneer ze plaats neemt om haar verhaal met ons te delen, duurt het niet lang voordat haar stemming totaal verandert. Haar relaas begint bij het prille begin van haar inderdagverblijf in het jaar 2003. ‘Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om mijn bedrijf te starten. Dat begon met het kopen van een stukje grond om het bedrijfspand op te bouwen. De Gemeente Hoorn meldde mij keer op keer dat er geen vraag was naar nieuwe kinderopvang. Volgens onderzoek van Nutricia was er in die jaren in Hoorn juist sprake van een babyboom. Uiteindelijk is onze locatie in de Kersenboogerd geopend en binnen het jaar zaten we vol’, vertelt ze. De Blokkendoos streefde ernaar vernieuwende diensten aan te bieden. Zo werd de mogelijkheid geboden om kinderen met de auto van huis op te halen en weer thuis te brengen en werd er op gezette tijden warm eten voor hen geserveerd. ‘Ik wil niet beweren dat mijn bedrijf heel uniek was, maar wij deden een aantal dingen wel anders dan onze collega’s binnen de kinderopvang. Wij staken met ons hoofd boven het maaiveld uit. Daarom heb ik veelvuldig het gevoel gehad dat ik als persoon en mijn onderneming niet door de sector werden geaccepteerd. Desondanks ben ik doorgegaan en ben ik gaan staan voor mijn bedrijf en mijn idealen.’

Gepaste maatregelen
In maart 2012 verscheen het inspectierapport van de GGD. Daartoe besloot het college van B en W van Hoorn tot ‘gepaste maatregelen’. Burgemeester Onno van Veldhuizen sommeerde De Blokkendoos binnen twee weken vervangende leidinggevenden aan te stellen. Tot deze leiding werd aangesteld, stond het kinderdagverblijf onder verscherpt toezicht van de GGD. ‘In november 2011 bracht de inspectiedienst een bezoek aan onze locatie. Vervolgens heb ik niets meer van hen vernomen, tot dat het vernietigende rapport op de mat viel. Het stond vol met zaken die nooit hebben plaatsgevonden, dingen die zijn verdraaid en voorgevallen situaties waarbij ik helemaal niet was betrokken. Omdat je als houder van een kinderdagverblijf verantwoordelijk bent voor alles wat je personeel doet, stond echter wel alles op conto van mijn persoonlijke titel’, zegt ze zeer geëmotioneerd. ‘In april 2012 werd ik op het stadhuis van Hoorn ontboden, waar ik die dag in totaal vijf minuten binnen ben geweest. Ik moest mij melden bij het comité bestaande uit de burgemeester, de wethouder, twee ambtenaren en een jurist van de gemeente. Zij hebben mij op dat moment de sanctie opgelegd dat ik niet meer op mijn bedrijf mocht komen. Wanneer ik één voet over de drempel zou zetten, dan werd mij een dwangsom van 45.000 euro opgelegd. Het werden de langste minuten van mijn leven.’

Hetze
Maaike nam een advocaat in de arm en maakte bezwaar tegen het rapport en de sanctie. ‘In mei 2012 spande ik een kort geding aan waarmee ik gedaan trachtte te krijgen dat er een second opinion met beter onderzoek zou plaatsvinden. Het onderzoek van de GGD was namelijk zeer eenzijdig: het was gebaseerd op de meldingen van drie anonieme ex-medewerkers. Er is geen hoor en wederhoor toegepast. Ik heb zelf ook bij grote bedrijven gewerkt en daar was ook wel eens iets. Zo kun je over iedere onderneming wel iets schrijven. Met een dergelijke gang van zaken word je als ondernemer heel kwetsbaar. Zo werd er een enorme hetze tegen mij opgezet. Positieve verhalen wilde men niet meer horen’, licht ze toe. Nadat De Blokkendoos de sanctie werd opgelegd, werd dit in de media breed uitgemeten. ‘Toen was er helemaal geen houden meer aan het circus waar ik in terecht kwam. Aanvankelijk heb ik geprobeerd om samen met de gemeente de wijze waarop het persbericht werd uitgebracht, te overleggen. Daaraan heeft zij echter geen gehoor gegeven. Op 24 april verschenen zelfs landelijk de eerste berichten. Op teletekstpagina 101, op Radio538, bij RTL Boulevard, bij Knevel en van den Brink; je kunt het zo gek niet bedenken, iedereen had het over de kwestie. Wat het nog erger maakte, is dat ik met naam en toenaam, dus met zowel mijn voor- als mijn achternaam, werd genoemd. Vanaf dat moment kon ik niet meer over straat. Ik kreeg doodsbedreigingen, er werden inbraakpogingen bij mij thuis gedaan, de banden van mijn auto werden lek gestoken en daar bleef het niet bij.’

Angstcultuur
Terug naar het inspectierapport van de GGD. De conclusies hierin betreffen niet bepaald futiliteiten. We citeren wederom het Noord-Hollands Dagblad (editie 25-4-2012): ‘De eigenares en een leidinggevende zouden zich schuldig maken aan intimideren en treiteren van personeel en er zou sprake zijn van emotionele mishandeling van kinderen. De eigenares heeft volgens de uitkomsten van het onderzoek twee gezichten: naar buiten vriendelijk en attent, maar binnen de muren van de kinderopvang een potentaat. Zij treedt met veel verbaal geweld op tegen leidsters en kinderen, waardoor er in het kindercentrum een angstcultuur zou zijn ontstaan.’ We vragen Maaike naar haar reflectie op deze uitkomsten van het onderzoek. ‘Ik herken mij daar echt niet in. Ik ben gewoon zoals ik ben: een heel direct persoon. Ik typeer mijzelf als recht door zee, duidelijk en gestructureerd. Regel is regel. Sommige kinderen moesten even aan mij wennen. Ik heb een wat luidere stem, een groot voorkomen en ben aanwezig. Maar uiteindelijk waren zij juist heel gek op mij. Ik heb veel humor, maar deed niet alles met de mantel der liefde. Je moet ook geen watjes creëren. Ik vind dat je daarin een mix moet vinden en heb nog nooit een kind rare straffen gegeven. Men heeft de dingen totaal verkeerd uitgelegd.’

Voorkomen
Het GGD rapport stelt tevens dat er sprake zou zijn van seksuele intimidatie. De ontluisterende voorbeelden betreffen onder meer het maken van seksueel getinte opmerkingen tegen de kinderen. Zo zou een kind met kleding van het merk ‘Eager Beaver’ van de directrice te horen hebben gekregen dat ze ‘gewillig kutje kleren’ droeg. ‘Zoiets zou ik nooit zeggen! Dit betrof echter een opmerking van een van mijn medewerkers. Zo zijn er veel meer dingen verdraaid. Tijdens een bedrijfsetentje  vertelde een medewerkster dat zij aan partnerruil deed. Weer iemand anders opperde een teamuitje naar de sauna. Met dit soort suggesties werden uiteraard grenzen opgezocht en dit kon wat mij betreft niet door de beugel. Toch is dit allemaal onterecht op mijn conto gezet.’ De GGD bezocht De Blokkendoos in 2011 echter niet voor de eerste maal. Al in 2005 werd het kinderdagverblijf onder verscherpt toezicht gesteld. Weliswaar vanwege totaal andere beweegredenen, namelijk meningsverschillen omtrent groepsgroten en de inhoud van het pedagogisch beleid. Maar waren dit extra toezicht en het ‘vergrootglas’ dat er überhaupt boven de branche van de kinderopvang hangt, geen reden te meer om alles in het werk te stellen om welke misstap dan ook te voorkomen? ‘Ik had dit nooit kúnnen voorkomen. Ik vind ook niet dat ik als werkgever iedereen overal op had moeten aanspreken. Het betrof volwassen mensen. De beweringen van de ex-medewerkers aan de GGD berusten bovendien op insinuaties. Ik heb medelijden met de mensen bij wie zij nu werken. Die hoeven ook maar een fout te maken en ze worden genadeloos gepakt.’

Onlosmakelijk verbonden
Hoe kijkt Maaike aan tegen de toekomst nu haar naam onlosmakelijk aan het vernietigende rapport van de GGD verbonden lijkt te zijn? Ze antwoord gelaten: ‘Vanaf april 2012 heb ik de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade die ik heb geleden. Zij hadden mij nooit met naam en toenaam in de media mogen noemen. Interviews met meerdere medewerkers hadden aan een evenwichtig beeld bijgedragen, maar die zijn niet gedaan. Op 13 juni jongstleden heeft een rechtszaak plaatsgevonden. De rechter doet zes weken na deze datum definitief uitspraak. Ik hoop dat mijn naam wordt gezuiverd. Of ik ooit nog binnen de branche van kinderopvang mag werken, weet ik niet. Ik focus mij nu op andere uitdagingen. Zo ben ik een boek aan het schrijven. Het gaat over het misgunnen van iemands passie. We zullen wel zien hoe het allemaal afloopt. Ik heb toch niets meer te verliezen.’