‘Collectiviteit is van levensbelang’ Gerard Fit is absoluut geen onbekende naam in het Westfriese ondernemerswereldje. Alhoewel hij daar zelf liever niet teveel mee te koop loopt. Hij was jarenlang een vaste waarde in het HOC-bestuur en heeft op het gebied van collectiviteit heel veel op poten gezet. Daar zijn de ondernemers in de regio hem nog dagelijks dankbaar voor. Hij was al met vervroegd pensioen toen hij in 2005 werd gevraagd in het HOC-bestuur te komen. ‘Ik had tijd én ik vond het interessant, dus ik heb het gedaan op voorwaarde dat ik niet als ceremoniemeester moest optreden. Ik wilde echt van toegevoegde waarde zijn voor de club en haar leden. En vanaf dat punt is eigenlijk alles op gang gekomen. De HOC was toen net een jaar bezig als doorstart van 3 kleinere verenigingen. Ik heb toen een plan geschreven voor de lange termijn. Dat was gebaseerd op het organiseren van collectiviteit. Dat zou altijd het uitgangspunt moeten zijn van ondernemersverenigingen, maar is ook meteen het moeilijkste dat er is.’ Toegevoegde waarde ‘Als collectief moesten we onze toegevoegde waarde zichtbaar maken, zodat meer bedrijven mee zouden willen doen. Dat hebben we toen gevonden in de veiligheid en het onderhoud van de bedrijventerreinen: schoon, heel en veilig. Zo is Parkmanagement gestart. Aanvankelijk vanuit een initiatief van de Provincie, maar later op onze eigen manier, gefinancierd voor en door ondernemers. Zo konden we het collectief opbouwen dat nu nog steeds bestaat.’ Weerstand opheffen ‘Wat me het meest is bijgebleven is het feit dat ik in het zoeken naar die collectiviteit ook veel weerstand tegenkwam. Toen het systeem van de reclamebelasting werd ingevoerd, was er zelfs een tijdje een website die beheerd werd door de tegenstanders. Uiteindelijk is een aantal van de oprichters van die website tóch toegetreden tot het collectief. En dat zag je ook toen we aan de slag gingen met de energievoorziening op het terrein. En eigenlijk is dat nog steeds zo. Het is belangrijk om pragmatisch te werken en persoonlijk contact te zoeken met de individuele ondernemer. Zo kun je ze veel beter van dienst zijn. Ik ging iedere week op bezoek bij twee leden. Zo hoor je veel en kun je boodschappen afgeven.’ Zoek elkaar op ‘Iedere ondernemer zou onderdeel moeten zijn van een collectief. Op mininiveau is dat je buurman kennen. Dat helpt al. Samen krijg je dingen voor elkaar die je alleen niet redt. Zoek naar het gezamenlijk belang. Kijk maar naar een thema als beveiliging. Het draait niet alleen om je eigen pand, maar ook om de omgeving daaromheen. Die wil je beschermen en dat kun je niet alleen. Maar het collectief is ook belangrijk voor de leuke dingen, zoals ondernemersborrels. In je eentje is het toch minder leuk. En je kunt altijd weer nieuwe contacten op doen voor later. Dat is weer een toegevoegde waarde van een collectief.’