Ook steeds meer bedrijven in Noord-Holland-Noord hebben te maken met een groot tekort aan personeel. “Het is hoog tijd dat onze fantastische ondernemers wat minder bescheiden zijn over wat ze werknemers te bieden hebben. Samenwerken is noodzaak,” stelt directeur Linne van Straten van Stichting Huis van het Werk. Het stoort haar dat dagelijks 130.000 mensen uit Noord-Holland-Noord voor hun werk naar het zuiden van de provincie rijden. Huis van het Werk inspireert, motiveert en activeert werkgevers en professionals op het terrein van personeelszaken, tegenwoordig Human Resources Management (HRM) genoemd. Met achter haar een driekoppig bestuur is Linne van Straten de directeur van deze stichting waar inmiddels 73 ondernemers bij zijn aangesloten. Samen goed voor ruim 40.000 arbeidsplaatsen in Noord-Holland-Noord. Linne benadrukt het belang van partnerschap: “Als jij je niet ontwikkelt, doet je buurman dat wel. Sluit je daarom bij ons aan.” Van onderneemster naar manager. Grote overstap? “Integendeel. Ik ken het bedrijfsleven en de regio heel goed, dus dat is alleen maar een voordeel. Van huis uit ben ik arbeids- en organisatiepsycholoog, een vakgebied dat raakt aan de vraagstukken op de arbeidsmarkt en het bezig zijn met het menselijk kapitaal van de ondernemingen. Hoe hou je je personeel vitaal? Aan welke knoppen kun je draaien om je werknemers te binden en te boeien? En dat is echt geen kwestie van alleen maar meer salaris. Mensen vinden waardering, sfeer en ontwikkelingsmogelijkheden minstens zo belangrijk.” Wat is het Huis van het Werk? “De Stichting is acht jaar geleden opgericht, vanuit een totaal andere situatie dan nu. Het was vooral gericht om overtollige mensen binnen het eigen netwerk aan het werk te houden. Zo van: ‘Ik heb nog twee man over, kan jij nog iemand gebruiken?’ Tegenwoordig is dat totaal omgedraaid. Iedereen zit juist te springen om mensen, overschotten aan personeel zijn er nauwelijks nog. Arbeidsmobiliteit gaat nu vooral hoe je mensen vast kan houden, inclusiviteit en goed werkgeverschap.’’ Wat doen jullie concreet? “We delen – met liefst 35 verschillende bijeenkomsten per jaar – vooral kennis. Drie keer per jaar organiseren wij een groot event met een actueel HR-thema, topsprekers, een paneldiscussie en veel interactie. Uiteraard hoort daar een netwerkborrel bij. Kleinschaliger en meer gericht op de directie van organisaties zijn de boardroom- en kennissessies. We stemmen de bijeenkomsten af op de inhoud en de doelgroep om zo effectief mogelijk kennis te delen en over te dragen. Ook zorgen wij in samenwerking met onze partners voor de aanvraag van subsidies die kunnen worden gebruikt om medewerkers verder te ontwikkelen.’’ Waarom is dat netwerken zo belangrijk? “Om van elkaar te leren en elkaar te helpen. Uit netwerken ontstaan allerlei vormen van partnerschappen tussen bedrijven. Leerlingen die stage lopen, kunnen op die manier makkelijker doorstromen naar een baan binnen het netwerk van het bedrijf. Als we het met zijn allen doen, kunnen we ook echt een vuist maken. Als we zien dat er een tekort is aan handjes, dan kunnen we daar ook in het onderwijs wat mee. Daar zitten we mee aan tafel. Bij re-integratie van mensen moet er beter worden aangesloten op de vraag van de arbeidsmarkt. Aan welke functies en vaardigheden hebben de werkgevers behoefte? Dat is onze inbreng en we dragen oplossingen aan. Daarom zitten we namens de werkgevers bij alle belangrijke partners aan tafel, denk aan overheden, het onderwijs, UWV en het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid.” Doen we niet te weinig met het potentieel van vrouwen? “Ik ken de verhalen. Ik vind dat vooral een individuele keuze van vrouwen zelf. Dat wij in Europa de ‘Koning van het parttimewerken’ zouden zijn, is trouwens niet waar. Er zijn landen waar veel meer mensen in deeltijd werken. Begin bij de belasting op arbeid en het opruimen van andere drempels. Meer werken is prima maar het moet wel lonend zijn. Als je bruto meer gaat verdienen, houd je daar netto te weinig aan over. Zo hebben we bijvoorbeeld te weinig mensen in de zorg en het onderwijs. Daar is het ziekteverzuim ook nog eens heel erg hoog: dus nog meer druk op de mensen die wél nog aan het werk zijn. Dat zit natuurlijk volkomen scheef. En dat is zeker niet de schuld van vrouwen.’’ Hoe staat het met de arbeidsmarkt in Noord-Holland-Noord? “Iedereen zit te springen om mensen. Tegelijk reizen er elke dag 130.000 mensen vanuit deze regio naar Groot Amsterdam om daar te werken. Die mensen zouden we natuurlijk heel graag hier aan het werk zien. We maken al die forenzen kennelijk niet goed genoeg duidelijk wat we hier allemaal te bieden hebben aan banen. Het mag allemaal wel wat minder bescheiden. Wat werkgevers vooral moeten doen, is zorgen dat hun werknemers niet vertrekken. Mensen worden gewoon weggekocht. Hoe voorkom je dat? Hoe zorg je dat mensen loyaal blijven aan jou? Goed leidinggeven is daar essentieel bij en daar ondersteunen we bedrijven in. De nieuwe generaties vinden inmiddels werkplezier belangrijker dan geld. Speel daar dan op in! We hebben hier zulke fantastische bedrijven en ik vind het mijn taak die aantrekkelijke werkgevers nog meer op de kaart te zetten. Dat doen wij voor en met ondernemers.”