In het project 100-100-100 gingen meer dan 3.500 gezinnen in 29 gemeenten 100 dagen lang de uitdaging aan om 100 procent afval te scheiden, met als doel minder restafval te produceren. Het project werd een succes, dat vreemd genoeg nog niet werd gevolgd door het bedrijfsleven. Nog niet, want Ewald Bakker, commercieel manager bij GP Groot Inzameling en Recycling daagde het bedrijfsleven in West-Friesland uit om hetzelfde te doen. Dertig bedrijven in Hoorn, Enkhuizen en Medemblik deden mee.

De uitdaging: restafval proberen te reduceren tot tien procent ten opzichte van de oude situatie om zo tien procent te besparen in tien weken tijd. De actie heet dan ook 10-10-10. Ewald Bakker: ‘Eerder dit jaar hebben we in bepaalde branches proeven gedaan, bijvoorbeeld in de agrarische branche. Als je daar het afval ophaalt en achteraf bekijkt wat daar allemaal in zit…. Van alles. Voor elke branche is die verzameling afval anders. Dat heeft ons aan het denken gezet.’ Ook al omdat vanuit de overheid steeds meer bemoeienis komt om de hoeveelheid restafval terug te dringen. Doordat de analisten van GP Groot zien waar het restafval per branche uit bestaat, kunnen zij gericht advies geven om daar scheiding in aan te brengen. En dat kan winst opleveren. ‘Een van de belangrijkste stoffen die nu nog vaak verbrand wordt, is fosfaat. Dat zit onder meer in gft-afval, dat gebruikt kan worden voor de opwekking van biogas. Als je het in het restafval gooit, besmeurt het andere restmaterialen. Daardoor wordt afval scheiden in een later stadium eveneens moeilijk, terwijl de techniek om grondstoffen te herkennen juist steeds beter wordt.’

Verschillende branches
Deelnemers aan de proef waren verdeeld over verschillende branches: horeca, landbouw, overheid, scholen en distributie. Al die branches leverden dus een verschillende restafvalstroom op. Samen met de deelnemers is gekeken naar het soort afval en wat ze daar nog mee zouden kunnen doen. Elke deelnemer kreeg een op maat gemaakt plan om aan de slag te gaan. In deze bedrijven en instellingen zijn nu verschillende gekleurde bakken geplaatst. ‘Dat noemen we mini-collect, het separaat inzamelen van de grondstoffen bij de bron. Denk aan ijzer, hout, glas, kunststoffen, afgewerkte oliën, kleine elektrische producten of gft. Afhankelijk van de hoeveelheid, maar het is bijna altijd interessant genoeg om gescheiden in te zamelen.’ Als een bak vol is, wordt hij door GP Groot geleegd in een speciale citytrailer en vervoert naar het grondstoffenplein. ‘Daar bulken we de maximaal dertig grondstoffen op en die gaan uiteindelijk naar de eindverwerker, zodat er nieuwe producten of bijvoorbeeld biodiesel van gemaakt kan worden’, licht Ewald Bakker toe.

Noodzaak
Bakker vindt het opvallend dat de dertig bedrijven voor het project snel waren gevonden. Dat zegt dat de bereidheid groot is en dat velen zich realiseren dat het anders moet. ‘De noodzaak wordt herkend. Bedrijven willen deelnemen en kijken of het praktisch haalbaar is om op die manier te werken. Andersom staan wij voor de uitdaging om een en ander goed te organiseren.’ Samen met de dertig bedrijven is daarom de verkenning opgestart om te kijken waar de praktische mogelijkheden liggen om de restafvalstromen bij veel verschillende bedrijven in goede banen te leiden. En het is niet meer dan logisch: “Het is toch vreemd dat je thuis al je afval keurig scheidt en het op je werk allemaal in één grote bak gooit. Als bedrijf heb je daar net zo goed een verantwoordelijkheid in’, vindt Bakker. ‘Wij adviseren bedrijven en proberen ze financieel te triggeren. Het lijkt nu bewerkelijker en meerdere afvalbakken nemen meer plaats in. Maar er komt een moment dat de grondstoffen meer waarde gaan genereren en het restafval nog duurder gaat worden. Dan zijn wij er klaar voor. En de intrinsieke motivatie van medewerkers bij bedrijven zelf neemt sterk toe.’

Verbindingen
Op de langere termijn gaat GP Groot het project verder uitrollen. ‘Inzamelen is logistiek. Wij hebben belang bij een heel fijnmazig netwerk. We hebben een tender gewonnen voor Wecycle, om bij deze inzamelpunten spullen op te halen. Dat gebeurt per 1 december.’ De bakwagens die daarvoor rijden, halen straks ook chemisch afval op. ‘En dat is mooi, want zo kunnen we onze logistiek verfijnen en aan onze klanten aanbieden. Zo wordt het voor ons een haalbare kaart en kunnen we ons onderscheiden in de markt.’ Groen en poen gaan dus wel degelijk samen. Daarnaast constateert Ewald Bakker dat bedrijven steeds meer door hun klanten worden gemonitord op hun duurzaamheid, bijvoorbeeld in grote aanbestedingen. En de vraag naar hergebruik van grondstoffen wordt steeds groter. Zo wordt GP Groot straks ook een verbinder: als leverancier van grondstoffen, afkomstig van bedrijf A en bestemd voor bedrijf B. ‘We worden als het ware een trader in grondstoffen. We weten waar de behoefte zit, zoeken een goede verwerker en leveren de grondstof weer.’