Het Pact van Westfriesland ‘7.1’ maakt een doorstart om West-Friesland bij de top van de meest aantrekkelijke regio’s van Nederland te laten horen. Met die ambitie kwamen ondernemers, politici en maatschappelijke organisaties op 6 februari samen in één van de mooiste kenniscentra van onze regio: het Tabor College Werenfridus in Hoorn: ‘De vrijblijvendheid is er nu af’, klonk het. Voorzitter Hans Huibers van de Westfriese Bedrijvengroep (WBG) en de burgemeesters Jan Nieuwenburg (Hoorn) en Gertjan Nijpels (Opmeer) zijn de ‘bestuurlijke trekkers’ van het Pact. Grote uitdagingen als wonen en leefbaarheid, zorg en sociaal domein, vrije tijd, energietransitie en klimaatadaptatie, onderwijs en arbeidsmarkt, ondernemen en economie moeten regionaal worden opgepakt anders redden we het niet, is de gedachte. Ondernemers en politici bleken op 6 februari bereid plaats te nemen in de schoolbanken van het Werenfridus om elkaar te inspireren en de uitdagingen samen op te pakken. Op verzoek van Westfriese Zaken kwamen de drie aanjagers iets eerder samen om in een rondetafelgesprek met elkaar van gedachten wisselen over ‘Westfriesland Pact Door.’ Hans: ‘De A7, de verbreding van de Houtribdijk, onze gigantische woningbehoefte – ook voor studenten en arbeidsmigranten – zijn bovenlokale belangen. Dit is een grote agenda en dat doe je met elkaar. Ik noem dit het Pact 7.1., niet 2.0. Zeven gemeenten, één ambitie. Het verschil met het vorige pact is dat de vrijblijvendheid eraf is. Dat gemeenten elkaar weten te vinden en de raden en maatschappelijke organisaties worden meegenomen, is uniek. Andere regio’s lopen daar ver bij achter.’ De Hoornse burgemeester Jan Nieuwenburg beaamt dat: ‘We delen de gemeenschappelijke kwaliteit van onze regio; de ligging, het vestigingsklimaat, maar ook de arbeidsmoraal. De opgaven liggen vaak buiten de grenzen van de eigen gemeente. Alleen al deze school laat zien hoe afhankelijk wij van elkaar zijn; honderden leerlingen van buiten Hoorn volgen hier onderwijs. Aan de andere kant werken veel mensen uit Hoorn in bijvoorbeeld Seed Valley. Het gaat er nu om meer draagvlak te creëren voor die gemeenschappelijke belangen, afspraken te maken over de uitvoering zodat je elkaar daar ook op aan kunt spreken.’ Net als zijn gesprekspartners vindt ook Gertjan Nijpels dat met 7.1. sprake is van een doorstart van het Pact. ‘Ik wil als kracht toch ook de vele familiebedrijven noemen. Bedrijven die investeren voor hun opgroeiende kleinkinderen. Hoe mooi wil je het hebben? Ik word betaald door de gemeente Opmeer, maar voel me ook een beetje burgemeester van Hoorn en Enkhuizen. Ik ga er naar de bioscoop, winkelen of het museum. De hele regio is van ons samen, wil ik er maar mee zeggen, met gemeenschappelijke belangen in voorzieningen, werkgelegenheid en goed onderwijs. Een goede stad kan niet zonder een goede regio en vice versa. Onze bouwers zie je in heel Nederland. Kom maar op met die handjes, zeggen ze tegen mij en dat moeten we dan wel met elkaar samen gaan organiseren. Net als huisvesting voor arbeidsmigranten, anders trekken bedrijven die daar afhankelijk van zijn weg.’ Jan Nieuwenburg: ‘Ik ben heel blij met dat de WBG hierin een rol pakt en het bedrijfsleven meeneemt, zoals de bestuurders dat met de gemeenteraden doen: daar moeten de besluiten voor een uitvoeringsagenda worden genomen. De gemeenteraden hebben een lokaal mandaat maar gelukkig zien ze steeds meer in dat de opgaven de gemeentegrens overstijgen.’ ‘HBO-zorgacademie naar West-Friesland’ Hans Huibers onthulde een grote ambitie als voorbeeld van kansen die samenwerking biedt: ‘De grootste werkgevers in West-Friesland zijn zorgaanbieders als De Omring, Wilgaerden en het Dijklander-ziekenhuis. Voor deze instellingen moeten wel 1.000 leerlingen worden opgeleid. Waarom tuigen we hier geen zorgacademie op? Een HBO in de regio. Dat zijn we nu aan het uitwerken. Moet je je voorstellen wat dat kan betekenen: aan werkgelegenheid, aan woningbouw, aan het binden van jongeren. Dan zullen de 7 gemeenten, de maatschappelijke instellingen en de bedrijven echt de handen ineen moeten slaan. Van de overheid verwachten we dan wel dat er voorzieningen voor studenten worden gerealiseerd. Ontwikkel dus een campus. En dan slaan we ook echt een grote slag.’