HOORN – De gemeente Hoorn geeft onvoldoende duidelijkheid over wat zij doet om detailhandel en horeca in de binnenstad te versterken. Dat is de belangrijkste conclusie uit een onderzoek van de Hoornse Rekenkamercommissie naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het Hoornse beleid op deze gebieden. Een goed functionerende detailhandel en een bloeiende horeca zijn van groot belang voor een vitale binnenstad. In de periode maart tot en met juni 2015 onderzocht de rekenkamercommissie Hoorn of het door de gemeente gevoerde beleid horeca en detailhandel in de binnenstad versterkt. Het onderzoek had betrekking op de doelmatigheid (wat kost het beleid en wegen de kosten op tegen de baten?) en op de doeltreffendheid (worden de gestelde doelen bereikt?). De rekenkamercommissie constateert dat uit de beleidsnota’s en uit begrotingsstukken niet blijkt wanneer welke doelen moeten worden bereikt om detailhandel en horeca in de Hoornse binnenstad te versterken en wat dat mag kosten. En uit de verantwoordingsstukken blijkt niet welke doelen uit het vastgestelde beleid zijn bereikt en tegen welke kosten. De gemeente verzamelt daarover zelf geen relevante managementinformatie en kan daarom zelf de vraag of er doelmatig en doeltreffend beleid wordt gevoerd, niet beantwoorden. Ook constateert de rekenkamercommissie dat de beleidsnota’s zouden moeten worden geactualiseerd. Zo dateert de detailhandelsnota uit 2005. Om invulling te geven aan zijn kaderstellende rol, zou de gemeenteraad daarbij proactief moeten optreden. Alleen als er duidelijke kaders worden gesteld, kan achteraf worden vastgesteld of er binnen die kaders doelen en resultaten ook daadwerkelijk werden bereikt. De rekenkamercommissie deed naar aanleiding van het onderzoek acht aanbevelingen. Die aanbevelingen zijn erop gericht het beleid beter te omschrijven, met duidelijke, goed geformuleerde doelen die moeten worden bereikten geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.