Lekker winkelen in Hoorn, Enkhuizen en Medemblik en boodschappen doen in de wijkwinkelcentra en dorpskernen. Met de detailhandelsvisie maken de zeven West-Friese gemeenten zich gezamenlijk sterk voor een toekomstbestendig winkelaanbod in de regio. binnensteden zijn aantrekkelijk voor inwoners en toeristen. In wijken en dorpen dragen wijkwinkelcentra en dorpscentra bij aan de leefbaarheid voor bewoners. Het winkelaanbod staat echter flink onder druk, mede door het stijgende aantal online-verkopen. Winkelstraten vertonen steeds meer “gaten” als gevolg van leegstand en het voorzieningenniveau in de wijken en dorpen loopt terug. Daarom hebben de zeven West-Friese gemeenten besloten om de regionale krachten te bundelen in één detailhandelsvisie voor de gehele regio. Met als doel dat West-Friesland ook in de toekomst een sterk en gevarieerd winkelaanbod heeft. Het voorstel voor de detailhandelsvisie werd opgesteld door Bureau Stedelijke Planning, in samenwerking met ondernemers, winkeliersverenigingen, vastgoedeigenaren, koepelorganisaties en de provincie. Ben Tap en Harry Nederpelt, wethouders van economische zaken in respectievelijk Hoorn en Medemblik en de WBG vertellen wat deze detailhandelsvisie zo uniek maakt. ‘Tot voor kort had elke gemeente een eigen detailhandelsvisie’, vertelt Ben Tap ‘en dit leidde soms tot ongewenste situaties. Als in één van de zeven gemeenten en besluit genomen wordt, heeft dat direct effect op de andere gemeenten. Een voorbeeld hiervan is het winkelgebied Klaverweide in Zwaagdijk-Oost. Met de kennis van nu zou dit winkelgebied er niet gekomen zijn, de nadelige gevolgen voor de lokale ondernemers waren te groot. Wat is mag blijven, maar de samenwerking tussen de West-Friese gemeenten sluit uit dat er ooit nog een dergelijk winkelgebied bijkomt.’ Duidelijke afspraken In de detailhandelsvisie maken de gemeenten duidelijke afspraken over de invulling van het winkellandschap in West-Friesland. WBG: ‘De West-Friese gemeenten willen elkaar niet langer beconcurreren. Iedereen is het erover eens dat Hoorn de (boven)regionale winkelhoofdstad van West-Friesland is, met als ondersteunende winkelsteden Enkhuizen en Medemblik.’ In de drie steden is het winkellandschap de afgelopen jaren sterk veranderd. ‘Consumenten kopen steeds vaker online, waardoor er minder behoefte is aan fysieke winkels. Winkelstraten worden naar verwachting dus compacter, met een grotere rol voor beleving, online klantbediening en klantenbinding. Om tegenwicht te bieden aan de macht van online concurrenten kunnen ondernemers zich onderscheiden door lokale kennis en flexibiliteit.’ Volgens de detailhandelsvisie zijn nieuwe winkelcentra en forse uitbreidingen van bestaande winkelcentra niet meer toegestaan. Grote winkels zijn welkom in de bestaande locaties zoals Hof van Hoorn en de Woon- en Autostraat in Grootebroek. De huidige wijkwinkelcentra zijn bedoeld voor detailhandel. Ook in de dorpscentra moeten voorzieningen blijven voor de dagelijkse boodschappen. ‘De WBG is trots op de goede samenwerking tussen de zeven gemeenten en trots dat wij een bijdrage hieraan mochten leveren. De detailhandelsvisie schept duidelijkheid voor ondernemers over wat wáár mag komen en over kansrijke en minder kansrijke locaties. West-Friesland is een aantrekkelijk woon- en werkgebied en een goed gespreid, evenwichtig winkelaanbod hoort daarbij.’ Elkaar aanspreken De samenwerking tussen de zeven gemeenten mag gerust uniek genoemd worden. Harry Nederpelt: ‘Er heerst een sfeer van vertrouwen, waarin we elkaar ook kunnen aanspreken. Tijdens het regionaal overleg tussen de wethouders van economische zaken sparren we regelmatig met elkaar over economische vraagstukken binnen de eigen gemeente. Op het gebied van leegstand delen we de best practices en landelijke experts schakelen we gezamenlijk in. Met de detailhandelsvisie kunnen we de bestaande winkelstructuur behouden en versterken, het overaanbod willen we waar mogelijk verminderen. Het uitgangspunt is altijd: wat is het beste voor de stad of regio? Nieuwe initiatieven moeten bijdragen aan de hoofdstructuur; nieuwe clusters of uitbreiding van detailhandel daarbuiten zijn niet gewenst. Zo houden we de binnensteden en de winkelcentra in wijken en dorpen vitaal.’