REGIO – Veel familiebedrijven staan aan de vooravond van een bedrijfsoverdracht aan de volgende generatie. ING Economisch Bureau identificeerde aan de hand van een aantal recente cases zes valkuilen die, in geval van bedrijfsoverdracht naar de volgende generatie, in ieder familiebedrijf kunnen voorkomen. De zes valkuilen zijn: Emoties belemmeren een succesvolle overdracht Na de overname geen stap terug (kunnen/willen) doen Twijfel aan de kwaliteiten van de nieuwe generatie Nalaten om de organisatie/strategie aan te passen aan de nieuwe tijd Ontbreken duidelijke taakverdeling management (Te) grote invloed Raad van Commissarissen Rol vorige generatie cruciaal De oud-dga kan nog in verschillende rollen invloed hebben op het bedrijf. Daarbij dienen de valkuilen omzeild te worden. De rol van de voorgaande generatie nadat de bedrijfsoverdracht heeft plaatsgevonden is cruciaal voor het slagen van de nieuwe generatie die in het familiebedrijf aan het roer staat. De betrokkenheid van de oud-dga wordt bepaald door drie factoren: het aantal generaties dat het familiebedrijf al heeft gehad, de mate van financiële betrokkenheid van de oud-dga en het tijdstip waarop de bedrijfsoverdracht heeft plaatsgevonden. Meer generaties, makkelijkere overdracht Hoe meer generaties een bedrijf achter de rug heeft, des te gemakkelijker de overdracht verloopt. Er is immers al ervaring met de overdracht. Naar mate er meerdere generaties in het bedrijf hebben gezeten, neemt de betrokkenheid af. Hogere generaties (>3e generatie) fungeren eerder als bewaker of bestuurder van het familiebedrijf dan als ondernemer. Financiële hulp Bijna altijd gaat de overname van het familiebedrijf door kinderen gepaard met financiële hulp van de ouders. Als de oud-dga een aandelenbelang in het familiebedrijf heeft, of wanneer hij voor zijn pensioen afhankelijk is van de resultaten van het bedrijf, is het logisch dat hij ook enige zeggenschap wil hebben in het bedrijf, ongeacht zijn officiële positie in het bedrijf. Verstrijkende jaren De derde factor betreft het tijdstip waarop de bedrijfsoverdracht heeft plaatsgevonden. Bij veel familiebedrijven neemt de betrokkenheid van de voorgaande generatie af naar mate de overdracht langer geleden heeft plaatsgevonden. De oud-dga wordt er ten slotte ook niet jonger op, terwijl het familiebedrijf niet stil blijft staan.