‘Hier is meer dan genoeg werk’ Tijdens de Dag van Westfriesland op 6 maart jl. deelde WBG-voorzitter Hans-Peter Baars zijn droom. Vóór de volgende editie van de Dag zou hij ervoor zorgen dat er een bus met statushouders in onze regio aan het werk zou gaan. Inmiddels gaan er steeds meer stemmen op om het makkelijker te maken voor statushouders om in ons land aan het werk te gaan. De WBG gaat er werk van maken. Met het ingaan van de Spreidingswet worden statushouders vanaf nu verspreid over het hele land. Iedere gemeente heeft een vast aantal mensen die ze moet huisvesten. Een hele opgave natuurlijk, met een tekort aan woningen. In Westfriesland moeten de zeven gemeenten 1230 statushouders een plek bieden. ‘Een mooie kans,’ vindt Hans Peter, een groot deel van die mensen wil én kan hier heel goed aan het werk. We moeten er alleen nog voor zorgen dat ze het ook mógen.’ Alleen maar voordelen Voor Oekraïnse vluchtelingen werd een uitzondering gemaakt. Zij kunnen in Nederland direct aan het werk. Dat zou voor andere statushouders ook moeten kunnen. ‘We hebben hier veel arbeidskrach ten nodig en die mensen willen zich ook graag nuttig maken. Sterker nog: als we hen aan het werk krijgen, levert dat ons land juist heel veel op, concludeert economisch onderzoeksbureau SEO in een onlangs verschenen rapport. Ze kunnen zelf bijdragen aan hun kosten en er is een kleinere kans dat ze een beroep moeten doen op de bijstand. Daarnaast kunnen ze met loon ook zelf meedoen in onze economie en belasting betalen. En doordat ze hier aan het werk gaan, integreren ze sneller en zijn ze gezonder en gelukkiger. Als we hen dan toch allemaal moeten opvangen; laten we er dan het beste van maken.’ Busje komt zo ‘Mijn droom is om met een lege bus naar Ter Apel te rijden en dan met een bus vol arbeidskrachten terug te keren. Vooraf hebben we een match gemaakt tussen competenties en vaardigheden en de vraag naar werk. Als bedrijfsleven, onderwijs en overheid moeten we dit samen kunnen realiseren. Als het onderwijs ervoor kan zorgen dat mensen hier een equivalent van het diploma uit hun thuisland kunnen krijgen en dat ze de taal kunnen leren. Als de overheid meedenkt, samen met ondernemers die land ter beschikking kunnen (en vaak ook graag willen) stellen. Dan kunnen we grote stappen maken. VNO-NCW, MKB-Nederland en de VNG zien de kansen. Het COA heeft toegezegd te willen ondersteu nen. Iedereen wil mee met onze bus. Laten we het gewoon gaan doen.’