Winkelen verandert en daarom moet de binnenstad veranderen om vitaal te blijven. De gemeente Hoorn streeft naar een compact publiekshart met een aaneengesloten front van winkels, horeca, cultuur en andere voorzieningen. Om dat voor elkaar te krijgen, is het belangrijk dat ondernemers, vastgoedeigenaren en de gemeente samenwerken. De basis hiervoor is nu gelegd.

Beleidsadviseur Economische Zaken Ingrid Lemmens: ‘De gemeente[1]raad heeft dit jaar de Detailhandelsnota 2020-2025 vastgesteld. Vanwege de afname van het aantal winkels wil Hoorn toewerken naar een compactere binnenstad. We vinden het belangrijk dat de binnenstad een aantrekkelijk publiekshart blijft, waar ondernemers en inwoners, maar ook bezoekers graag ondernemen en verblijven. De ontwikkelingen die op ons af komen, vragen om een passende aanpak en vooral om een gezamenlijke actie van gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren. Onder leiding van adviesbureaus Blue Ocean Company en Vierders, voeren we verkennende gesprekken met ondernemers en vastgoedeigenaren. De vraag die centraal staat is: Hoe maken we gezamenlijk de binnenstad beter?’

Gezamenlijke belangen als startpunt

René Vierkant van Vierders: ‘Ons bureau legt zich toe op het compacter maken van centrumgebieden. Hoe maak je deze toekomstbestendig? Er zijn veel ideeën en adviesrapporten, maar daarmee gebeurt het nog niet. Een samenwerking tussen gemeenten, vastgoedeigenaren en ondernemers is best een uitdaging. Iedereen heeft zijn eigen belangen. Maar met de gezamenlijke belangen, die er altijd zijn, leg je de basis voor een toekomstige samenwerking. We verkennen hoe iedereen erin staat en hoe we verder kunnen. De ontwikkelingen zijn zoals ze zijn: de binnenstad wordt nooit meer zoals het was. Je moet vooruit. En je moet het samen doen, want anders blijft iedereen aan de zijlijn staan.’

Communicatie en terugkoppeling cruciaal

Arno Meijerink, eigenaar van twee schoenenzaken in Hoorn is gematigd positief. ‘Wij hebben als ondernemers veel contact met Blue Ocean Company en Vierders en dat werkt heel prettig. Vooral de aanpak van de leegstand is een aandachtspunt. Het zou mooi zijn als winkels kunnen verhuizen naar het winkelrondje. De gemeente zou hierin kunnen sturen en faciliteren door bijvoorbeeld bestemmingsplannen aan te passen. Maar ook de communicatie is belangrijk. Alle winkeliers zijn bereid mee te denken, maar alles valt of staat met de terugkoppeling. Wat gaat er gebeuren en wanneer? Ik zou graag zien dat er iets van de grond komt. Met een planning voor 20 jaar. Niet dat bij elke gemeenteraadsverkiezing alles weer stil komt te liggen.’

Gemeente als participatiepartner

Wethouder Economische Zaken, Toerisme en Stadspromotie Arthur Helling vindt een participerende werkwijze noodzakelijk voor dit complexe vraagstuk. ‘Geen enkele partij kan dit alleen. Je hebt te maken met de wet- en regelgeving, met pandeigenaren die een zelfstandige rol spelen en met huurders met hun eigen wensen en ideeën. We willen zorgen dat we allemaal hetzelfde beeld hebben over de toekomst. Dit kan alleen maar gezamenlijk. We kunnen ondernemers niet dwingen om te verhuizen naar een ander pand. Daarom luisteren we eerst om te ontdekken hoe iedereen erin zit en daarna bepalen hoe we dit kunnen organiseren, waarbij de gemeente een coördinerende en participerende rol inneemt. Er gebeurt veel en we moeten allemaal veranderen. Ook de gemeente staat onder druk. Maar ik merk dat de energie positief is. Mensen willen transformeren. Omdat het moet of omdat ze zelf kansen zien. Uit ervaring, zoals bij het Kerkplein, weet ik dat wanneer de gemeente de randvoorwaarden schept, dat ondernemers op hun eigen manier volgen. Deze manier van samenwerken hoop ik in de toekomst vaker te zien. Door samen te werken kun je elkaars sterke kanten benutten, ieder vanuit zijn eigen rol. Daaruit komen goede en innovatieve ideeën voort. Als gemeente creëren we het speelveld en hopelijk vind je elkaar dan in het spel.’