‘We mogen trots zijn op ons verenigingsleven’

Na bijna 36 jaar bij de Rabobank heeft Ronald Bleeker afscheid genomen van zijn rol als Directeur voor onze regio. Tijd om terug te kijken op belangrijke lessen en realisaties die hij heeft opgedaan. Als groot voorstander van collectiviteit weet hij als geen ander wat de kracht van verbinding kan zijn. Bovendien stond hij aan de wieg van de Westfriese Bedrijvengroep.

‘De WBG is eind jaren ’90 ontsproten uit de Hoornse Industrie en Bedrijvengroep (HIB). We wilden een grotere broek aantrekken in de lobby richting Haarlem. Met toenmalig voorzitter Hans van Leerdam ben ik bij Medemblik, Enkhuizen en de HOF langsgegaan om de koepel uit te breiden naar heel Westfriesland. Nu staat er een goed georganiseerd, sterk collectief waar Westfriesland trotser op mag zijn dan we laten merken. Andere regio’s kijken met veel bewondering naar de WBG. Daar in Westfriesland hebben ze het met elkaar goed georganiseerd. Collectiviteit is heel belangrijk. Alleen ben je niets en strijdt iedereen voor zichzelf. Grote thema’s als bereikbaarheid, veiligheid en vervoer kun je alleen samen kenbaar maken aan de overheid. Anders word je niet gezien.’

Coöperatief werken
‘Dat samenwerken hoort bij de Rabobank. Als coöperatie deden we niet anders. Het is cruciaal: in je dorp, je wijk, je streek; als je het met elkaar probeert te doen en de verschillen kunt overbruggen, dan kóm je ook ergens. Je mag verschillend zijn, maar kijk vooral naar waar je elkaar kunt vinden, zodat je elkaar verder kunt helpen. We mogen trots zijn op ons verenigingsleven en wat we ermee bereiken. Kijk maar naar de Regio Deal, die tot stand is gekomen doordat de WBG met clubs in Alkmaar en de Kop van Noord-Holland de schouders eronder heeft gezet. Grote projecten zijn vaak trajecten van een lange adem. Je zag het bij de Westfrisiaweg: in de jaren ’90 zijn we met de HIB naar Haarlem gegaan om te pleiten voor deze weg, toen nog Alkmaar-Osnabrück. Bijna een generatie verder was een klein deel ervan eindelijk opgeleverd. Toch is het belangrijk om dat soort dingen wél te blijven doen. Je moet er over nadenken en ook het vestigingsklimaat voor later waarborgen.’

Over Westfriese ondernemers
‘Het Westfries bedrijfsleven is een veelheid van activiteiten en branches. Van origine waren dat vooral de agrarische- (bollen en zaadteelt) en bouwsector, maar met logistiek en diverse andere branches is de diversiteit toegenomen. Van oudsher hebben we hier veel familiebedrijven. Dat zie je wel een beetje verschuiven met externe aandeelhouders, maar ze zijn nog steeds de basis van het Westfriese bedrijfsleven. Vaak heerst er een ‘niet lullen, maar poetsen’-mentaliteit. Westfriezen hebben een hoog arbeidsethos. Harde werkers die recht voor z’n raap zijn. Wat je ziet is wat je krijgt. Dat werkt heel goed en dat moeten we ook blijven doen, zéker als we daarbij elkaars krachten kunnen benutten. Zo werken we aan een gezond ondernemersklimaat, nu en in de toekomst.’