Jan Haring en Ab Venverloo, twee bekende gezichten in de binnenstad. Misschien wel de meest bekende. Twee gezichten die begin dit jaar vol trots hun ondernemershanddoek in de ring gooiden. Westfriese Zaken blikt met beide heren terug op hun ondernemersleven, het bestuurlijke leven en ontwikkelingen in Hoorn. Welke ondernemer uit de Hoornse binnenstad kent Jan Haring nu niet. In 1978 nam hij samen met zijn broer Hein Bloemservice Haring over van hun vader. ‘In 2015 was de tijd rijp om te stoppen. Ondernemen is heel leuk, maar er zijn ook andere dingen in het leven. Bloemservice Haring blijft echter wel voortbestaan, maar dan in de handen van Martin van Drongelen. Hij heeft de zaak verhuisd naar het Kleine Noord, maar de bekende look & feel en service zijn nog zeker aanwezig’, vertelt Jan. Door de jaren heen is op het gebied van ondernemen veel veranderd, meent Jan. ‘De klantenbinding is minder sterk geworden. Vroeger kende je de mensen en kwamen ze automatisch bij je in de winkel. Nu is het verloop van klanten veel groter. Al zijn er nog steeds veel vaste klanten hoor! Ook de komst van internet heeft gezorgd voor een grote verandering: het koopgedrag van consumenten is hierdoor anders geworden. Dit heeft tevens voor de bloemenbranche consequenties. Bloemservice Haring heeft ook een webshop. Je moet nieuwe ontwikkelingen natuurlijk wel toepassen in je bedrijf!’ ‘Ondernemen is altijd een uitdaging’ Jan heeft tijdens zijn carrière geen specifieke extra leuke of moeilijke tijden gekend. ‘Ondernemen is altijd een uitdaging. Natuurlijk zijn crises moeilijk. Ik heb er meerdere meegemaakt. De laatste duurt helaas erg lang. Maar elke dag doe je je best om te doen wat mensen van je verwachten en waar ze naar op zoek zijn. Dit verandert eigenlijk niet. Het ondernemerschap heeft wat mij betreft niet alleen te maken met zoveel mogelijk verkopen. Als bloemist kun je echt iets voor klanten betekenen in voor hen mooie of moeilijke tijden. Dit geeft een bevredigend gevoel.’ Samenwerken Ook in het bestuurlijke leven heeft Jan meer dan een steentje bijgedragen. Al vanaf 25-jarige leeftijd is hij betrokken bij diverse ondernemersverenigingen. In Hoorn kent iedereen Jan van Ondernemers Stad Hoorn, maar ook buiten Hoorn was hij actief op bestuurlijk niveau in de branchevereniging voor bloemisten. ‘Ondernemersverenigingen zijn belangrijk om gezamenlijk kansen te creëren en samen de branche of stad te promoten. Neem bijvoorbeeld de Hoorn Bruist actie. Dit soort events kun je alleen realiseren als je samenwerkt in een vereniging. Op het gebied van gezamenlijke promotie van de stad Hoorn kan er veel meer gebeuren dan er nu gebeurt. Ook is het belangrijk om vanuit een vereniging de belangen van ondernemers te behartigen richting de politiek. Als je dit niet doet, is het aan jezelf te wijten als er besluiten worden genomen waar je niet op zit te wachten. Ik daag ondernemers tussen de 30-45 jaar uit om deze taak op zich te nemen!’ Funshoppen en verblijfsrecreatie Jan ziet nog veel kansen voor Hoorn. ‘Hoorn moet zich naar mijn idee in de toekomst nog meer richten op verblijfsrecreatie. De stad moet het nu eenmaal hebben van funshoppen en verblijfsrecreatie. De promotie hiervoor kan veel beter. Er moet gezorgd worden dat mensen naar Hoorn willen komen. De stad bevindt zich niet in het midden van het land en ligt aan één kant aan het water, waar niet zoveel mensen vandaan komen. Dit zijn bedreigingen, maar zeker ook kansen. West-Friesland moet in regionaal verband beter gepromoot worden, zodat er meer toeristen naar onze regio trekken. Dat levert uiteindelijk meer inkomsten op.’ Trots Ondanks de kansen die Jan nog ziet voor Hoorn, is hij maar wat trots op het stadje. ‘Ik nodig graag mensen uit om Hoorn te laten zien. Ik weet elk straatje en steegje te vinden. Vooral de prachtige panden en havens maken Hoorn uniek. Ook hangt er een fijne sfeer. Veel minder agressief en minder anoniem dan in grotere steden. Hoorn is een aantrekkelijke stad om te verblijven.’ Doorgroeien Veertig jaar geleden (1 mei 1975) startte Ab Venverloo bij HEMA Hoorn, toen nog onderdeel van Kofa Botman. Door de jaren heen ontwikkelde HEMA zich tot de winkel die er nu staat en Ab groeide van etaleur door tot verkoper en uiteindelijk tot bedrijfsleider. Ab streefde er gedurende zijn carrière naar om van HEMA meer te maken dan een winkel alleen. ‘Ik wilde van HEMA een sociale plek maken waar de inwoners afspreken als zij naar de stad gaan. Dat is naar mijn mening goed gelukt. We hebben dit gerealiseerd door niet alleen een verkoopkanaal te zijn, maar ook iets terug te doen voor de stad en samen te werken met culturele instellingen.’ Ab gelooft namelijk heilig in een “kruisbestuiving” tussen commercieel en cultureel. ‘Deze partijen kunnen elkaar versterken en een dienst bewijzen. Zo mocht de directeur van de museumstoomtram in de feestmaanden verkleed als Kerstman ritkaarten verkopen in HEMA. Wij deden op deze manier iets terug voor de Hoornse gemeenschap en de museumstoomtram kwam in contact met mensen die zij anders misschien niet zouden bereiken’, vertelt Ab. Winkel wordt showroom Ab ziet internet als een bedreiging voor de detailhandel. ‘De consument komt enkel naar de winkel om te kijken, te voelen en te genieten van de gezelligheid en koopt vervolgens online. De winkel verandert hierdoor eigenlijk in een soort showroom. Waar men niet bij stilstaat, is het feit dat winkels hiervan niet kunnen leven. In de steden vallen steeds meer winkels om en de lege panden maken de winkelstraten niet gezelliger. Ik ben niet tegen internet hoor, maar de consument moet zich realiseren dat er toch echt ook in de winkels gekocht moet worden!’ ‘Wij hebben het beste met de stad voor’ Net als Jan was ook Ab jarenlang actief bij Ondernemers Stad Hoorn. ‘Ik vind het belangrijk om iets terug te doen voor de stad en te zorgen dat Hoorn goed op de kaart komt te staan. Bij de OSH hield ik me bezig met vele zaken, zoals de woensdagmarkten en de invulling van de koopzondagen maar ook veel met politieke issues. Parkeerproblemen, parkeergarages, eenrichtingsverkeer, ze passeerden allemaal de revue. De politiek lijkt zich te focussen zich op de buitenwijken en denkt dat de ondernemers uit de binnenstad zakkenvullers zijn en zeuren. Maar dat is onjuist. Wij hebben het beste met de stad voor. De politiek lijkt te vergeten dat de mensen in de buitenwijken in Hoorn zijn gaan wonen vanwege de gezellige binnenstad. We moeten er samen voor zorgen dat de prachtige binnenstad behouden en levendig blijft.’ De allergrootste zonde vindt Ab het feit dat de plannen voor de tunnel weer van tafel zijn. ‘Je kunt nog zo’n mooie winkel hebben en een uitstekende service bieden, maar als de consument wegblijft door de slechte bereikbaarheid en parkeerproblemen, valt er weinig te redden. Dat begrijpen ze helaas niet op het stadhuis.’ Ab ziet nog wel veel kansen voor Hoorn, vooral op het gebied van PR. ‘In de meeste steden is er een winkelstraat, maar in Hoorn hebben wij een uniek winkelrondje! Zo’n rondje zie je bijna nergens anders. Ook heeft Hoorn ontzettend veel monumenten. Dit soort zaken moeten we veel meer uitbuiten en promoten.’ Verder gelooft Ab in een regionale promotie. ‘Hoorn werd vroeger, en nu nog een beetje, als hautain gezien door de rest van West-Friesland. We moeten die strijdbijl begraven en met zijn allen de regio op de kaart zetten, want West-Friesland is een prachtige regio!’
