Veel meer dan een verzameling bedrijven

Het jongste bedrijventerrein van Hoorn kent al een lange geschiedenis. Een ambitieus plan werd in etappes opgedeeld, vanwege een gebrek aan animo. Hoe anders is de situatie een kleine tien jaar later. Een lange rij geïnteresseerden staat te wachten op een plekje op Zevenhuis, dat een voorbeeld is voor alle bedrijventerreinen in de regio. Alleen het strategische puzzeltje moet nog ‘even’ worden gelegd.

Na jaren van ontwikkeling is fase 1 zo goed als klaar. Herman Jansen van Exploitatiemaatschappij Zevenhuis: ‘Op dit moment maken we deze fase ‘woonrijp’ als het gaat om infra. Alle gronden zijn verkocht aan bedrijven en tussenpersonen en ook al grotendeels bebouwd. Het beheer van de openbare ruimte gaat straks naar de gemeente. En op de achtergrond zijn we natuurlijk al volop bezig met de volgende fases, maar dat heeft nog wat voeten in de aarde. Voor nu kijken we in ieder geval tevreden naar wat er nu staat.’

Samen ontwikkelen

Thérèse Klaver van de gemeente Hoorn heeft het aanloop- en bouwtraject met plezier gevolgd. ‘In het begin was er helemaal niet zoveel animo voor Zevenhuis. Dat had alles te maken met de economische situatie. We zouden eerst het terrein in één keer ontwikkelen, maar toen de markt achterbleef, heeft de Provincie het plangebied opgeknipt in twee fases. Pas vanaf 2017 kwam de aanloop op gang. Voor het terrein hadden we van tevoren een beeldkwaliteitsplan gemaakt. We wilden een groen en duurzaam terrein, geen betonnen dozen. Vóór de verkoop van de kavels nam de gemeente proactief contact op met de koper om te kijken of de plannen aansloten op het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Iedere koper kwam op kennismakingsgesprek en er volgende een aantal vervolggesprekken. Zo konden we er met elkaar ervoor zorgen dat de ontwerpen aansloten op het totaalplan. Het proces werd begeleid door de collega’s van Economie, Verkeer en Ruimtelijke Ordening en supervisor architect Bart Duvekot.’

‘Er waren eisen opgesteld aan de hoogte, de parkeernorm en plannen voor laden en lossen, ook met het oog op de toekomst. En we keken naar tuinen en afwatering. Doordat we als gemeente vanaf de eerste fase konden meedenken, voerden we heel constructieve gesprekken met de kopers, vaak de ondernemers zelf. Met 2 of 3 gesprekken waren we van een schets tot een definitief ontwerp. Zo hoefden de plannen niet meer eerst langs de welstand en kon bij het laatste gesprek meteen de vergunningverlener aansluiten. Zo konden we voorkomen dat mensen grond kochten en hun plannen indienden bij het omgevingsloket en dat dat dan weer afgekeurd zou worden. Deze service van de gemeente bespaarde de ondernemers ook veel tijd. Als je goed kijkt zie je een verschil vanaf de Westfrisiaweg naar achteren op het terrein. Op de zichtlocaties waren de beeldkwaliteitseisen wat strenger, die vormen toch het visitekaartje van het terrein. Maar overal was dezelfde aandacht voor uitstraling. We hebben heel wat ondernemers gesproken en tekeningen voorbij zien komen. Dat werkte heel prettig.’

Gezamenlijke visie

Op Zevenhuis was dus al snel een samenwerking tussen de ondernemers en de gemeente, maar ook tussen de ondernemers onderling. Een nieuw bedrijventerrein is als een schone bladzijde waar nog van alles op kan gebeuren. Dat betekent dat je samen kunt nadenken over de voorwaarden en eisen voor het terrein. Martin Beij, Parkmanagement Hoorn: ‘Op Zevenhuis hebben de ondernemers een duidelijke visie. Ze willen een A-status: een terrein dat op allerlei gebieden aan de hoogste eisen voldoet. Het groen en de inrichting moeten op het allerhoogste niveau zijn en ook veiligheid en duurzaamheid zijn belangrijke onderdelen. De eerste stap is dan samen regels bepalen voor wat ‘we’ willen. Zo mag je op Zevenhuis nergens langs de weg parkeren en dus ook niet laden en lossen. Iedereen heeft daarvoor getekend en kent dus de regels. Dan kunnen er geen misverstanden ontstaan en is het voor ons als Parkmanagement makkelijker om de controle te houden.’

Thérèse: ‘Op Zevenhuis is iedereen lid van Stichting Parkmanagement Zevenhuis. Je betaalt hiervoor een bijdrage op basis van grondoppervlakte. Dat is anders dan op andere terreinen, waar Parkmanagement wordt betaald vanuit de reclamebelasting. Zo wordt collectief gezorgd voor de groenvoorziening en bijvoorbeeld camerabeveiliging. Doordat iedereen bijdraagt is er meer draagvlak. Iedereen draagt eraan bij dat het terrein netjes en groen is. Zowel op de openbare weg als rondom het eigen pand.’

Meer dan een verzameling bedrijven

Herman: ‘Een bedrijventerrein is tegenwoordig veel meer dan een verzameling bedrijven. Vroeger zette je een paar panden neer en zorgde je voor de wegen erheen. Nu zijn de ontwikkelingen anders: geen gasaansluiting, aandacht voor groen én voor waterberging. Het bedrijventerrein is meer een verblijfsgebied. Er werken mensen die ook naar buiten willen kunnen én die veilig naar hun werk willen komen. Het bedrijventerrein is er om te ondernemen, te produceren, te innoveren en om werkgelegenheid te creëren. Waterbeheer neemt daarbij een steeds grotere plek in door de ontwikkelingen in het klimaat. We moeten rekening houden met grotere regenbuien waarbij veel water valt. Hoogheemraadschap vereist vrij veel grote plekken voor wateropvang en -afvoer. Dat is lastig, want er is natuurlijk al beperkte uitgeefbaarheid. Zo proberen we ook steeds te kijken naar wat we zelf kunnen aanleggen en wat we eventueel kunnen doorleggen aan kopers/bedrijven.’

Martin: ‘De regels en eisen veranderen snel. Vroeger werd nooit rekening gehouden met dat je tijdens je lunch weleens een broodje wil eten of een rondje lopen. Nu zijn er fietspaden en voetpaden met gras ertussen, waar je veilig kunt lopen. Dat is echt iets dat je vanaf het begin moet intekenen. Rekening houden met afwatering, groentegels, milieueisen, meer groenvoorziening. Er moeten op Zevenhuis nog dingen geplaatst worden, maar je ziet dat het hier duidelijk anders is dan op andere terreinen. Ook als je kijkt naar de panden: er worden meer duurzame bouwmaterialen gebruikt, er is geen gasaansluiting en stroom is eigenlijk ook al een uitdaging met de netcongestie. De meeste panden hebben stroom en bijna alle gronden zijn volgebouwd. Het krijgt nu echt een beetje vorm.’

Voorbeeldfunctie

Martin: ‘Nu begint het eigenlijk pas echt. Als wij straks in opdracht van de gemeente het beheer gaan doen, lopen alle meldingen en zaken rechtstreeks via ons. Er is al een eigen website en in de toekomst willen we een app voor de ondernemers. Waar Zevenhuis ook mee voorop loopt, is een systeem voor AED’s, betaald door  het bestuur. Met het oog op de veiligheid zijn alle AED’s op het terrein nu aangemeld op het Hartslag Nu-systeem, waardoor je bij een noodgeval meteen weet waar je een AED kunt ophalen in de buurt. In samenwerking met de gemeente en de ondernemers hebben we hetzelfde ook op de andere terreinen in Hoorn gerealiseerd.’

Thérèse: ‘Het succes van Zevenhuis werkt indirect door in de hele gemeente. Bij de uitgifte van de grond is voor iedere m2 een bijdrage naar een revitaliseringsfonds gegaan. Met dit fonds zorgen we ervoor dat de we oude terreinen ook aantrekkelijk houden en kunnen revitaliseren. Nu zijn we bijvoorbeeld bezig met de Gildenweg. Hiervoor hebben we ook extra geld vanuit een subsidie van de Provincie gekregen. Deze werkwijze willen we graag voortzetten in fase 2.’

Volgende fases

Herman: ‘We kijken uit naar de ontwikkeling van de volgende fases. Er is heel veel animo voor bedrijfsgrond op het terrein. Uit een inventarisatie bleek dat er meer vraag is dan aanbod. Dat betekent dat we ook duidelijke eisen kunnen stellen om de kwaliteit van het terrein te blijven waarborgen. Op dit moment is nog niet alle grond in ons bezit en het bestemmingsplan staat ook nog niet vast. We moeten eerst in overleg met alle partners, zoals Liander en Hoogheemraadschap. Voordat we zover zijn, zijn we wel enkele jaren verder. Vooroverleg van een jaar, het doorlopen van een procedure kan zo maar enkele jaren duren en tenslotte moet alles bouwrijp worden gemaakt. De verwachting is dat hierdoor de volgende fase pas in 2029 tot stand zal komen. Zo kunnen we uiteindelijk de hoeveelheid uitgeefbaar gebied in kaart brengen en kijken wat allemaal nodig is voor stroom, waterberging en wegen en fietspaden. Daarbij houden we rekening met onderzoeken die worden uitgevoerd om tenslotte uit te komen tot een goede verkaveling. Dat doen we samen met gemeente, en via een participatietraject met omwonenden  en geïnteresseerde partijen. Van een groot terrein trechter je naar steeds kleinere details. Al die onderdelen maken dat je de puzzel kunt leggen. We zijn dan ook blij met het goede overleg tussen gemeente, bestuur en Parkmanagement. Dat is een voorbeeld voor andere terreinen.’