Ondernemers praten liever over wat ze doen dan over hun gevoel. Toch verbergen ook de directies van Het Wapen van Medemblik, De Nadorst en het Van der Valk Hotel Hoorn niet dat de afgelopen maanden er diep hebben ingehakt. Net als bij iedereen zijn er privézorgen, maar de grote onzekerheid in de afgelopen maanden hebben ook emotioneel hun sporen nagelaten. Gelukkig gloort er, nu de horecadeuren weer op een kiertje open gaan, weer een beetje hoop. Op 1 juni mogen er maximaal 30 mensen (inclusief personeel!) naar binnen. Die deur zal snel verder open moeten om duizenden horecabedrijven een kans op overleven te geven. 

Het rondetafelgesprek over de impact van de coronacrisis op de horeca vindt plaats in het Van der Valk Hotel Hoorn. Directieleden Tessa van der Valk en Casper Naber letten er goed op dat de deelnemers 1,5 meter afstand houden. Overal hangen aanwijzingen voor de gasten, alle protocollen om weer een beetje open te gaan liggen klaar. Ze zijn er klaar voor. Net als Rob Baltus (De Nadorst – Blokker) en Petra Fit en haar partner Frank Bakker (o.m. Wapen van Medemblik en Hotel Medemblik) die voor het door Westfriese Zaken geïnitieerde gesprek aanschuiven.

Slopende onzekerheid

Hoe gaat het? “Slecht.” “Mentale dreun.” “Je staat met je rug tegen de muur.” Ze zijn het erover eens dat vooral de onzekerheid slopend is. Petra: “Een ondernemer heeft meestal geen tijd om bij zichzelf stil te staan, maar we komen onszelf nu af en toe hard tegen.” Tessa van der Valk: “De laatste maanden waren een periode waar je heel weinig energie uithaalt. Je kunt niet bezig zijn met wat je het liefste doet; zorgen voor je gasten.” “Vanaf de lockdown word ik geleefd”, bekent Rob Baltus die naast ondernemer ook regiovoorzitter is van brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland: “We worden overstelpt met vragen. De wanhoop is groot.  Het mag duidelijk zijn dat veel bedrijven dit niet gaan overleven. Vooral de starters, met weinig vet op de botten, hebben het heel, heel moeilijk. Niet iedereen komt in aanmerking voor overheidssteun. En ook als je die krijgt, moet je interen op je spaarpotje. Als je die al hebt.  De stemming onder de ondernemers is heel wisselend. Het is verschrikkelijk voor al diegenen die weten dat ze het niet gaan overleven. De grote klap komt na de zomer, er wordt rekening mee gehouden dat de helft van alle horecabedrijven het niet gaat halen. De hardste klappen gaan vallen in de natte horeca, de eigenaren van de kleinere kroegen die leven uit de kassa-la. En die kassa’s zijn nu al maanden leeg.”

“Big Bang” op 15 maart: 500 gasten op straat

Ze delen dezelfde ervaringen en het gevoel dat hun levenswerk wankelt, al overheerst nu het optimisme dat het goed gaat komen. Dat was 2 maanden terug toch anders: “Dat we op zondag 15 maart om half zes hoorden dat we binnen een half uur dicht moesten, was wel een hele rappe. Al voelden we al een tijdje dat het mis zou gaan”, zegt Frank. En dat geldt voor alle drie de bedrijven.

Van der Valk zat stampvol en moest binnen een half uur dik 500 gasten verzoeken hun restaurants te verlaten.  “Sommige gasten reageerden emotioneel, anderen hadden er begrip voor.” “Het was voor ons echt een soort van ‘Big Bang’”, zegt hotelman Casper:  “We zaten stampvol. De gasten moesten bij wijze van spreken naar buiten worden begeleid.” “Afschuwelijk”, voegt Van der Valk-telg Tessa toe: “Hals over kop, moesten honderden mensen de deur uit. Er ontstond een mengeling van verwarring en ongeloof. En meteen na de persconferentie van Rutte stond de telefoon hier roodgloeiend met annuleringen.” “Net als onze collega’s zijn we meteen gaan handelen”, vult Casper zijn directie-collega aan: “Meteen protocollen gaan maken, zorgen voor banners en drukwerk met onze hygiëne-maatregelen, maaltijden bezorgen. Zoveel mogelijk blijven ondernemen maar wel binnen de richtlijnen. Het hotel is weer voorzichtig opengegaan, evenals ons restaurant maar alleen voor gasten die hier ook overnachten.”

Petra: “We zijn vanaf de eerste seconde meteen gaan kijken wat er wél mocht. De annuleringen stroomden binnen. We hebben alles even op ‘hold’ gezet. Gasten die vooruitbetaald hebben, kunnen hier later overnachten.  De zakelijke boekingen namen wonderlijk genoeg toe.” De bedrijven hebben tot nu toe, ondanks tot wel 100 procent omzetverlies, al het personeel met doorlopende contracten binnenboord kunnen houden. “Eén personeelslid heeft opgezegd omdat ze vindt dat ze harder nodig is in haar oude beroep in de zorg. Dat is natuurlijk alleen maar mooi”, verhaalt Petra Fit.   

Niet een sjabloon voor alle bedrijven

De ondernemers gaan enthousiast gebruik maken van de verruiming van de maatregelen per 1 juni. Ze hopen alleen dat er wat meer duidelijkheid komt over de regels. De hoop is gevestigd op de Veiligheidsregio die de plannen van de ondernemers moeten gaan goedkeuren. Rob Baltus: “Met twee gescheiden ingangen, kan ik makkelijk twee groepen van 30 mensen gescheiden ontvangen. En ik kan dat ook aantonen. Dat vraagt maatwerk en flexibiliteit: met een houding van ‘30 is 30’ komen we er niet. Gelukkig valt met de gemeente echt wel te praten.” Frank: “Je kunt niet één sjabloontje over alle bedrijven leggen. Het was veel beter geweest als het aantal vierkante meters leidend was geweest voor het aantal gasten die wij mogen ontvangen. Hopelijk wordt dat de volgende stap per 1 juli.” Rob vult aan: “Dat is echt nodig, anders kun je nooit de exploitatiekosten dekkend krijgen.”

Met afscheidingen tussen de tafels en protocollen zijn de ondernemers klaar voor 1 juni. Petra: “Wij gaan straks alle gasten vragen of ze geen klachten hebben. Bediening gaat prima lukken, want als de gasten eenmaal binnen zijn hoeven we de 1,5 meter niet per se in acht te nemen, maar uiteraard gaan we alles zo veilig mogelijk doen. Maar ik heb nog niet echt het gevoel dat alles goed komt.”

Maatregelen zijn gewoon nodig

Dat de maatregelen nodig zijn, blijkt geen enkel punt van discussie. Frank: “Gezondheid is het belangrijkste dat we hebben. Ik hoop dat iedereen de discipline op blijft brengen. Als we verslappen, gaat de overheid straks begrijpelijk weer op de rem staan en dan raken we alleen maar verder van huis. Daar zijn wij met z’n allen zelf verantwoordelijk voor.” Casper: “We hebben ook de beelden gezien uit Brabant en Italië. Gelukkig is het hier niet zo erg, maar het geeft wel aan dat we deze pandemie heel serieus moeten nemen en dat doen we ook. Wij zijn ook allemaal gewoon mensen met gezinnen, opa’s en oma’s. Veiligheid staat echt voorop.”