Consumenten blijken miljoenen minder uit te geven in de Hoornse binnenstad. Internet is de grote boosdoener, zo blijkt uit het koopstromenonderzoek 2018. Een kwart van de niet-dagelijkse boodschappen wordt online gekocht. ‘De tijd van praten is voorbij’, klonk het. En de roep voor meer koopzondagen als antwoord op verliezen klinkt steeds luider.

Het slecht te verteren nieuws landde als een ‘wake-up-call’ bij de (circa 40) deelnemers aan het binnenstadontbijt dat de gemeente Hoorn op 25 februari organiseerde in Grand Café-Restaurant Turf. Letterlijk een ontnuchterend ontbijt. Vooral bij de ondernemers, die het koopstromenonderzoek 2018 nog niet eerder hadden gezien, viel de presentatie bij de ontbijtsessie koud op de maag. Consumenten geven in het centrum van Hoorn tientallen miljoenen minder uit dan een aantal jaren geleden: al een kwart van de uitgaven aan kleding en luxere goederen wordt besteed in de online winkels. En het marktaandeel van de internetwinkels blijft maar groeien. Positief is dat de uitgaven in het Hof van Hoorn stijgen. De uitdaging is de bezoekers van het Hof ook de binnenstad in te krijgen.

‘We weten nu zeker dat Hoorn maar één echte concurrent heeft: internet! Het is het heel goed dat we over de oorzaak van het omzetverlies geen discussie meer hoeven te voeren’, zegt de Hoornse wethouder Ben Tap. ‘Nog niet zo heel lang geleden dachten wij nog dat Hoorn de strijd aan moest gaan met steden als Alkmaar, Amsterdam, Purmerend en Heerhugowaard. Vergeet het allemaal maar. Onze concurrenten zijn die 130.000 winkels online. Alles wat in de Hoornse binnenstad te koop is, is ook online te vinden: 24 uur per dag, 7 dagen per week. De consument kan ’s avonds thuis met een glaasje wijn erbij overal gaan shoppen. Dan kan het dus niet zo zijn dat als ik de stad in ga om iets te kopen de winkel even een uurtje dicht is voor lunchpauze. Dan haken consumenten af. De strijd valt alleen te winnen door op alle fronten te excelleren in aanbod en kwaliteit.’

Rien van Drongelen van Ondernemers Stad Hoorn (OSH) deelt de visie van de wethouder: ‘Niet iedereen realiseert zich voldoende hoe snel de wereld verandert. We kopen allemaal op internet. De feiten en de cijfers liegen niet. Dat er echt iets aan de hand is nu wel duidelijk. Daarin ligt ook de uitdaging om samen de kansen te pakken. Hoorn heeft heel veel mogelijkheden. En daarover zal ook met elkaar gesproken moeten worden. Het is volstrekt duidelijk dat bezoekers niet meer naar Hoorn komen voor de winkels alleen, maar om iets te beleven. Ruim de helft van de weekomzet wordt op de zaterdag gerealiseerd. Waarom dan ook niet alle zondagen open? Dan hebben de consumenten meer tijd om langer te genieten en te verblijven in de stad dan op bijvoorbeeld de maandagmiddag. Het zijn de mensen van buiten die de meeste tijd besteden aan shoppen in de binnenstad. Speel daaropin.’

Het is ook voor wethouder Tap onbegrijpelijk dat met de invoering van het gratis parkeren aan de rand van de stad op zondag, de winkels niet op alle zondagen open zijn: ‘Ik zou zeggen: probeer het! Tot nu levert het gratis parkeren geen extra bezoekers op. Op de zondagen hebben de consumenten meer tijd om in de stad verblijven dan doordeweeks. Er komen in dit jaar van de Gouden Eeuw meer bezoekers naar Hoorn. We gaan de stad wereldwijd promoten. Grijp met elkaar die kans aan om het tij te keren. Als het onderzoek iets duidelijk maakt dan is het dat mensen niet naar Hoorn komen voor het winkelen alleen. Ze willen een terrasje pikken, lekker slenteren en mooie dingen zien. Dat biedt Hoorn allemaal. Zeker nu het mooie weer eraan komt, is het de moeite van het proberen waard. Gratis parkeren en genieten van Hoorn, wat wil je nog meer? Meer winkels open, is meer beleving en als mensen weten dat ze elke week terecht kunnen, komen ze ook.’

Ondanks dat de binnenstad omzet verliest, ziet de wethouder toch ook lichtpuntjes en kansen. ‘De gemeente investeert in de stad; de bloemenmanden, de nieuwe prullenbakken, het Kerkplein wordt opgeknapt. Het onderzoek laat zien uit dat toeristen en bezoekers de Hoornse binnenstad heel erg waarderen. We hebben een fantastisch product. Het Hof van Hoorn draait gewoon heel erg goed en daar liggen ook kansen voor de binnenstad. Als mensen 100 kilometer rijden om een nieuwe ski-outfit bij Bouchier te kopen dan moeten wij er toch alles aan doen om die bezoeker ook nog even naar die binnenstad te lokken.’

Voorzitter Rien van Drongelen benadrukt namens de binnenstadwinkeliers dat er veel te winnen valt: ‘Als we niets doen, gaan we alleen maar verder naar beneden, dus dat is geen optie. En dat betekent dat nog meer samenwerking tussen alle partijen nodig is. Om te zorgen dat Hoorn zich nog meer gaat onderscheiden als belevenisstad. Iets als Winters Hoorn is een goed voorbeeld van hoe het kan: in de winter moet je echt in Hoorn zijn om voor een prachtige ervaring. En zo moeten we in alle seizoenen iets onderscheidend brengen om onze binnenstad “the-place-to-be” te laten zijn. Dan moeten we op alle punten goed scoren. Uit het onderzoek blijkt dat bezoekers vinden dat parkeren en bereikbaarheid beter kunnen. Dat signaal moet de politiek serieus nemen om de concurrentie met andere winkelcentra niet te gaan verliezen. Wat betreft bereikbaarheid, evenementen, winkel- en horeca-aanbod; het hele plaatje moet kloppen. Wij hebben elkaar nu allemaal nodig. Het is geen kwestie meer van nadenken, er moet nu gehandeld worden! De feiten spreken boekdelen.’