Minh Vu (34) is de drijvende kracht achter Minh-zone, een bedrijf dat wereldwijd een unieke combinatie van Westerse en Aziatische Entertainment aan iconische opdrachtgevers levert. Speciaal voor de entertainment editie van Westfriese Zaken maakte hij tussen zijn dynamische werkzaamheden door tijd. Een bijzondere ondernemer over het waarmaken van dromen en het openen van deuren in landen waar dat verre van vanzelfsprekend is. ‘Het is de kunst om met de juiste mensen samen te werken.’

We ontmoeten Minh Vu in de lobby van een groot hotel. Hoewel hij klein van stuk is, heeft hij een enorme performance. Het zijn niet alleen zijn zorgvuldig gekozen outfit en hippe kapsel welke hem doen opvallen. Het is vooral de glimlach van oor tot oor die het hem doet. Openhartig begint hij te vertellen. ‘Ik kom uit een gezin van tien kinderen. In 1981 vluchtten mijn ouders uit Vietnam naar Nederland. Ik was toen twee maanden oud. De oorlog daar lag nog vers in het geheugen en mijn vader en moeder waren tegen het communisme. Dat maakte de situatie in ons vaderland totaal uitzichtloos. Het was óf met z’n allen sterven óf waar dan ook opnieuw beginnen. Na vijf dagen op zee zonder eten en drinken werden we opgevangen door een Nederlandse olietanker. Deze redding was een godsgeschenk! Daardoor begrijp ik waarom mijn ouders heel gelovig zijn. Het is heel bijzonder hoe ons gezin een nieuw bestaan heeft kunnen opbouwen en ik voel mij dan ook een gelukspoppetje.’

Kans op een toekomst
Eenmaal in Nederland werd alle kinderen uit het gezin Vu de drive om hard te werken al jong bijgebracht. ‘Mijn ouders behoren tot de pioniers die de Vietnamese loempia’s in Nederland introduceerden. Vanaf het Keern in Hoorn runden zij jarenlang een fabriek waarmee zij de internationale markt bedienden en mochten grote merken als Iglo en Mora tot hun vaste klanten rekenen. In plaats van een krantenwijk hadden wij thuis allemaal een loempiakraam.’ Ook werden Minh en zijn broers en zussen gestimuleerd om goede resultaten op school te behalen. ‘Mijn vader en moeder waren in dat opzicht heel streng en vonden het volgen van een goede studie cruciaal en de grootste kans voor een goede toekomst. Net als de vlucht uit Vietnam. Wanneer je nagaat dat men destijds gemiddeld maar drie dollar per dag verdiende en er per persoon 3000 dollar nodig was om te kunnen vluchten, besef je hoe moeilijk het is geweest. Mijn vader en moeder brachten ons dus bij dat je alle mogelijke kansen dubbel en dwars moet grijpen. Hoewel ik van huis uit veel discipline en een ondernemende geest meekreeg, stuurden mijn ouders het er niet zo zeer op aan dat ik in hun voetsporen van ondernemer zouden treden. Liever zagen zij mij een keurige studie tot accountant afronden, waarmee ik een stabiel bestaan zou leiden.’

Jong ondernemerschap
Minh’s Aziatische bloed kroop echter waar het niet gaan kon en nadat hij drie jaar lang de opleiding Financieel Economische Management volgde, besloot hij van zijn hobby definitief zijn beroep te maken. Minh: ‘Op jonge leeftijd ben ik begonnen met het fanatiek beoefenen van Kungfu: een Chinese vechtkunst. Binnen een jaar was ik Nederlands en Europees kampioen. Ook werd ik tweede op het Wereldkampioenschap. Na vijf jaar werd ik gevraagd om shows en lessen te geven. Op dat moment was ik zestien jaar oud. Dat beviel mij wel. Op mijn achttiende besloot ik dan ook om definitief voor het ondernemerschap te gaan. Ik had mijn opleiding gerst kunnen halen, maar mijn interesse lag totaal niet bij droge cijfers. En terwijl mijn studie stagneerde, floreerde mijn bedrijf steeds meer. Ik merkte al snel dat daar mijn hart wel in die business lag en wilde niets anders meer. Wat ik heel bijzonder vind, is het om iets moois te creëren dat mensen graag willen zien. Ik dacht: als ik alleen blijf optreden, kan ik niet groeien. Ik moet groter denken. Als je alleen maar jezelf verkoopt, kun je niet op tien plekken tegelijk staan. Maar als je een product verkoopt dan kan dat wél! Daar begon mijn ondernemerschap. Ik wist al jong hoe ik kon groeien. Na tien jaar ben ik overigens toch nog gestart met de studie Media, Entertainment en Organisatie. Vier jaar geleden ben ik afgestudeerd.’

Minh-zone
In de afgelopen achttien jaar heeft Minh een zeer veelzijdige onderneming opgebouwd dat met recht een entertainment imperium mag worden genoemd. Al meer dan tien jaar is zijn unieke combinatie van Westerse en Aziatische Entertainment ook op internationaal niveau een begrip. Met een grote dosis passie en de beste artiesten brengt ‘Minh-zone’ onder meer: theater, televisie, casino’s, grote hotels, bedrijven en ambassades sublieme shows. In Nederland spreken opdrachtgevers als Holland Casino, Stage Entertainment, Heineken en Holland’s got Talent ongetwijfeld tot de verbeelding. ‘Ik wil een brug creëren tussen Oost en West. Mijn hart maakte dan ook een sprongetje toen China’s grootste theaterproducent mij ooit benaderde om met hen in zee te gaan! Ze zochten namelijk een partij die binnen Nederland werkzaam was met Aziatisch entertainment. Eerst geloofde ik het niet: ik was destijds immers nog heel jong. Toen zei ik: kom maar naar Nederland. Op het moment dat wij om de tafel zaten, werd het al snel serieus en nodigden zij mij uit in Shanghai. Inmiddels zijn wij al jaren vaste zakenpartners en zet ik hun shows wereldwijd af. Onder meer voor China’s got Talent, Mazagan en Atlantis Resorts.’

One world, one dream
Na de vraag hoe het Minh is gelukt om op jonge leeftijd enorme successen te boeken en deuren te openen in landen waar dat verre van vanzelfsprekend is, formuleert hij rustig een antwoord. ‘Het is raar om dat over jezelf te zeggen. Blijkbaar doe ik toch iets goed’, lacht hij. ‘In het leven draait er veel om een bepaalde gunfactor. Ook moeten de juiste mensen op je pad komen. Het is de kunst om hen te overtuigen. Bovendien was ik zonder mijn motto “dream big dreams” nooit zo ver gekomen.’ Hoe staat het er inmiddels voor met de brug tussen Oost  en West? ‘Misschien dat ik in alle bescheidenheid mag stellen dat ik erin ben geslaagd om mijn dromen te verwezenlijken. In alle takken van sport binnen Minh-zone zijn de twee zeer verschillende culturen als “one world, one dream” samengebracht. Ik kan dus stellen dat het is gelukt om die brug te creëren. Maar ik stop nooit met bouwen. Want dagelijks ontstaan in mijn hoofd en mijn hart nieuwe ideeën. Daaraan is geen deadline verbonden.’