HOOGKARSPEL – Het leven lacht Jos en Irene Vriend en hun kinderen weer toe, maar lange tijd was dat anders. Vanuit het niets werd Irene in 2000 getroffen door een ernstige hartaandoening. Nu leeft zij het leven, ze tennist zelfs weer. Dankzij haar donorhart.

Irene Vriend is twee keer per jaar jarig. Eén keer net als iedereen en één keer als ze haar ‘hartverjaardag’ viert. Op 19 december 2013 deed de familie Vriend dat voor de derde keer. ‘Mijn hartverjaardag is behalve een feest ook de dag waarop we extra denken aan de donor van wie ik het hart gekregen heb. Orgaandonatie kent immers ook een verdrietige kant. Ik ben mijn donor en familie immens dankbaar voor dit ongelofelijke geschenk, het mooiste dat je iemand kunt geven.’

Engeltje
Jos en Irene Vriend zijn eigenaar van Jos Vriend Tuinen in Hoogkarspel. Een hoveniersbedrijf voor particulieren en bedrijven, met een uitgebreide dienstverlening op het gebied van ontwerp, advies, aanleg, renovatie en onderhoud. Het ging de familie Vriend goed, tot 25 mei 2000. De toen 36-jarige Irene was aan het tennissen toen ze plotseling wegviel. Ze moet een engeltje op haar schouder hebben gehad, want het gebeurde met alle mogelijke hulp in de buurt. Twee tennisvriendinnen hadden een reanimatiecursus gevolgd, de huisarts zat net aan de koffie en een lege ambulance was toevallig nabij. Irene bleek levensbedreigende hartritmestoornissen te hebben. In het ziekenhuis kreeg ze een ICD, een apparaatje dat een schok afgeeft als er een hartritmestoornis optreedt, zodat het ritme weer normaal wordt. Na de eerste schrik probeerde Irene haar oude leventje weer op te pakken. Totdat zij – ruim een half jaar later – haar eerste ICD schok kreeg. In totaal kreeg zij er 36 én ze onderging een open hartoperatie. ‘Uiteindelijk konden de artsen niets meer voor mij doen en kwam ik in 2007 op de wachtlijst voor een harttransplantatie.’

Sport
Jos: ‘Toen zakte bij mij de grond onder mijn voeten vandaan. Een jong gezin en een eigen bedrijf, hoe moest ik dat allemaal organiseren? Een week lang heb ik overwogen om mijn bedrijf te verkopen, maar daarna ging de knop om. Het ondernemerschap is mooi en dynamisch en je moet doelen houden. Blijven werken en sporten, waardoor je het beter kunt opbrengen om je zorgtaken te vervullen. Ik besloot het als een sport te gaan zien en ging er vol tegenaan.’ Drie jaar stond Irene op de wachtlijst, totdat op 18 december 2010 de telefoon ging: er was een hart beschikbaar. Irene: ‘Tegen die tijd kon ik niets meer. Ik was doodziek, lag het grootste deel van de dag op bed en als ik buiten kwam, was dat in een scootmobiel. Je hebt tijd nodig om je geestelijk voor te bereiden op een donororgaan, maar drie jaar wachten is echt te lang.’

Fietsen
Het eerste wat ik voelde toen ik bijkwam uit de narcose was: warme voeten, die waren altijd koud. Vier maanden later gingen we een weekend naar Limburg en daar heb ik gefietst op een elektrische fiets.’ Drie jaar na de transplantatie voelt Irene zich goed, maar aan dat gevoel moest ze best wennen. ‘Ik ben 13 jaar ziek geweest, mijn kinderen wisten niet beter. Ik zit nu in een fase waarin ik op zoek ben naar een nieuwe structuur. Mijn plek in het gezin is veranderd, want ik draai weer mee, ik sport en wandel samen met Jos het Pieterpad. Dit jaar is hij Prins Carnaval in Zwaag. Ik geniet daar volop van mee, maar moet ook altijd voldoende rust houden.’

Ontmoeting
Het gezin Vriend denkt nog regelmatig aan het verdriet van de donorfamilie. Voor Irene’s eerste hartverjaardag stuurde een vriendin van haar een briefje naar een tijdschrift. Het bericht werd geplaatst en…. herkend door iemand uit de omgeving van de donor. Irene’s hart bleek afkomstig van een vrouw, wier echtgenoot haar graag wilde ontmoeten. ‘Via het ziekenhuis heb ik hem eerst een anonieme bedankbrief gestuurd. Uit zijn antwoord bleek dat ik echt het hart van zijn vrouw heb.’ Harten Twee, de vereniging voor hart- en longgetransplanteerden, vroeg Irene en haar gezin of BNN de ontmoeting mocht filmen. Irene: ‘We hebben daarin toegestemd, omdat we wilden laten zien hoe belangrijk het is om een donorcodicil te hebben.’ De ontmoeting vond plaats in 2012. ‘Het was heel emotioneel, maar ook heel mooi. De weduwnaar van mijn donor, zei het heel treffend: ‘Als iemand begraven of gecremeerd wordt, gaan alle sieraden af, maar de kroonjuwelen gaan nog te vaak verloren.’ Wij hebben elkaar nog dankzij deze fantastische vrouw. Haar gezin gunt het ons en haalt kracht uit het feit dat haar dood tenminste niet helemaal zinloos was.’