Een circulaire economie is gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen in de verschillende schakels van de productieketen. Van de winning van grondstoffen tot consumptie. Grondstoffen dreigen immers schaars te worden door een groeiende bevolking en toenemende welvaart in de wereld. Hierdoor wordt het steeds belangrijker om de beschikbare grondstoffen zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Dit schept ook nieuwe kansen voor bedrijven. Door meer samenwerking, minder grondstoffenverbruik én het aanboren van nieuwe markten.

De transitie naar een circulaire economie is volgens de Europese Commissie de gelegenheid bij uitstek om onze economie te transformeren. Ook biedt deze mogelijkheden om nieuwe en duurzame concurrentievoordelen voor Europa te genereren. De transitie naar een circulaire economie biedt ook Nederland economische kansen. Deze kan ons land bijvoorbeeld minder afhankelijk maken van de import van schaarse grondstoffen en bijdragen aan een schoner milieu. Het is een flinke opgave om deze kansen te realiseren. Zo zijn investeringen en nieuwe allianties van bedrijven nodig. Gevestigde belangen zouden de transitie kunnen remmen. Overheidsbeleid zal vaak nodig zijn om dergelijke belemmeringen te overwinnen en een andere kijk op het belang van grondstoffen teweeg te brengen. 

Van lineair naar circulair

Een lineaire economie is een take-make-waste-economie. Hierin maakt men ongeremd gebruik van grondstoffen waarvan producten worden gemaakt, die na gebruik weer worden weggegooid. In een circulaire economie staat juist het hergebruik van producten en grondstoffen centraal. Zo worden afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zo veel mogelijk voorkomen. Dit staat ook wel bekend als het zogenaamde sluiten van kringlopen. De overgang van een lineaire naar een circulaire economie vergt een systeemverandering of transitie. Een ander ontwerp of proces zoals 3D-printing, producten die te repareren of te herstellen zijn, recycling en anders denken over producten bijvoorbeeld het delen ervan, zijn onderdelen van zo’n verandering. De prioritering volgens de R-en (reduce, repair, recycle, et cetera) is een vuistregel om te bepalen hoe grondstoffen hoogwaardig in de kringloop kunnen worden gehouden. Er zijn echter altijd uitzonderingen.

Grondstoffenrotonde

Nederland kan in Europa bijna worden gezien als een dichtbevolkte stad met een goede infrastructuur, mainports en logistiek. Dit schept goede condities voor een circulaire economie. Hierdoor kunnen producten zoals auto’s makkelijker worden gedeeld en reststromen eenvoudiger industrieel benut. Nederland heeft een goede uitgangspositie. Er zijn bijvoorbeeld al vroeg maatregelen genomen om het storten van afval terug te dringen. Mede hierdoor heeft ons land een van de hoogste recyclingpercentages in Europa. Nederland heeft veel kennis over scheidingstechnologie en het logistieke systeem rondom afvalinzameling en recycling. Deze kennis en ervaring kunnen worden gebruikt in de verdere ontwikkeling van een circulaire economie in Nederland, maar ook daarbuiten. Daarnaast worden veel grondstoffen via Nederland getransporteerd, waardoor ons land geschikt is als scharnierpunt, ofwel grondstoffenrotonde.

End of waste

Veel grondstoffen zijn onttrokken aan de aarde en opgeslagen in gebouwen, infrastructuur en in producten als televisies, folders en flessen. De gebouwde omgeving kan worden gezien als een mijn, waar kostbare grondstoffen uit kunnen worden herwonnen. Materialen zoals papier, staal en glas worden al veel gerecycled. Maar er zijn nog meer materialen en producten die worden afgedankt, die hergebruikt kunnen worden en waar grondstoffen uit kunnen worden gerecycled. Afgedankte elektronica bevatten bijvoorbeeld veel zeldzame aard- en edelmetalen, die nu nog nauwelijks worden gerecycled. Dichtbij huis wordt gewerkt aan een vergelijkbaar initiatief. In 2016 startte autodealer Peter Ursem met de recycling van beschadigde batterijpakketten. Het bedrijf werkt hiervoor samen met de ARN. Deze recyclingsexpert binnen de mobiliteitsbranche levert de beschadigde accu’s aan. In het verleden moest een beschadigd batterijpakket worden vernietigd. ARN heeft in samenwerking met Rijkswaterstaat een route ontwikkeld voor partijen om een batterij uit een elektrische of hybride auto de ‘end of waste’-status te geven. Dat betekent dat onder meer  lithium-ion batterijen uit een elektrische of een hybride auto na hun toepassing in de auto, officieel mogen worden hergebruikt. Bijvoorbeeld voor doeleinden zoals duurzame energieopslag. Peter Ursem is de eerste dealer die door ARN is gecertificeerd.

Besluit beheer batterijen

ARN is als uitvoeringsorganisatie verantwoordelijk voor het ‘Besluit beheer batterijen’. Dit besluit schrijft een aantal verplichtingen voor aan fabrikanten en producenten van accu’s. Samen zorgen beide partijen ervoor dat batterijen uit elektrische en hybride auto’s in Nederland zonder schadelijke gevolgen voor het milieu worden gerecycled. Speciaal voor de recycleactiviteiten is Pieter Ursem het bedrijf EcarACCU gestart en hiervoor zijn meerdere medewerkers opgeleid. Na demontage mag hij de onderdelen vrij verkopen. ‘Er is redelijk veel vraag naar gebruikte batterijen; deze kosten circa zestig tot zeventig procent minder dan nieuwe. Hierdoor wordt het veel interessanter om bijvoorbeeld via zonnecellen energie op te wekken. Voorheen kon je die vaak niet opslaan, of dat was erg kostbaar’, licht hij toe. In eerste instantie gaat het om enkele tientallen batterijen die gerecycled worden. ‘Maar in de toekomst neemt dat aantal fors toe als gevolg van alle EV’s en plug-ins die in de afgelopen jaren zijn verkocht.’

Hernieuwbare energie

Pieter Ursem: ‘We maken zelf ook gebruik van de energieopslagsystemen die voortkomen uit het cel voor cel strippen van oude autoaccu’s. Wij laden er onze auto’s mee op. Ook staan bij ons nieuwbouwpand in Purmerend staat een grote 45 kWh-batterij Alle door zonnepanelen opgewekte energie wordt in deze batterij opgeslagen voor de nacht of minder zonnige momenten. Maar liefst zeventig tot tachtig procent van het jaarlijks stroomverbruik vangen we op deze manier zelf op.’ Voor het aanleggen van dit systeem is SDE (Stimulering Duurzame Energieproductie-subsidie) aangevraagd en verkregen. Deze overheidssubsidie draagt bij wanneer ondernemingen hernieuwbare energie gaan produceren. ‘Alle energie die wij zelf opwekken, mogen wij gebruiken en opslaan. Alle overige energie zijn wij verplicht terug te leveren en dat scheelt in de kosten. Daarom hebben we ook subsidie aangevraagd voor twee van onze andere panden.’

Bron: MVO Nederland, Rijksoverheid