HOORN – De 17-jarige Willem van Vliet uit Hoorn heeft enige tijd geleden patent aangevraagd op zijn uitvinding én dit patent ook verkregen. Het patent geldt in maar liefst 28 Europese landen en geeft de jonge uitvinder het alleenrecht op zijn idee. Westfriese Zaken ging met van Vliet in gesprek over zijn uitvinding, de ‘mobiele asbak’.

‘De mobiele asbak is een asbak die eenvoudig aan een pand te bevestigen is en er voor zorgt dat rokers geen rotzooi meer achterlaten op straat. De houder van de asbak kan met twee simpele schroeven aan de muur gemaakt worden en de mobiele asbak zelf wordt met magneten bevestigd. Het idee is dat de roker de asbak van binnen naar buiten meeneemt, aan de houder klikt en als hij klaar is weer loskoppelt en deze binnen leeggooit’, aldus de 17-jarige van Vliet. Van Vliet rondde onlangs de Havo af en start in september aan de hbo-opleiding Bedrijfskunde in Amsterdam.

Netjes opgevoed
Het idee voor de asbak ontstond toen van Vliet op het achterom in Hoorn liep. ‘Ik liep door de straat, die parallel aan de winkelstraat loopt, en zag overal peuken van winkelmedewerkers liggen. Van huis uit ben ik erg netjes opgevoed en ik dacht hier moet iets aan gedaan worden.’ De mobiele asbak is mooier voor het straatbeeld dan bijvoorbeeld de grote staande asbakken. De speerpunten van van Vliet met zijn mobiele asbak zijn dan ook mobiel, milieuvriendelijk en schoonheid.

In de genen
Het uitvinden zit waarschijnlijk bij van Vliet in de genen. Zijn opa, Willem van Vliet sr., heeft ook meerdere uitvindingen gedaan. Zo vond van Vliet sr., van de bekende Hoornse fietsenzaak, onder andere het van-Vliet-stuur, de bagagedrager zoals we deze nu gewend zijn, en andere fietsgerelateerde objecten uit. ‘Mijn opa heeft mij geholpen met de uitvinding. Hij wist de wegen van het uitvinden tot het patent aanvragen en hoe we nu verder moeten’, vertelt van Vliet. Zijn trotse opa vertelt ons: ‘Willem kwam zelf met het idee en ik heb hem geadviseerd het idee uit te werken en vervolgens een prototype te laten maken. Daarna ben ik samen met hem naar het octrooibureau gegaan, omdat ik weet hoe het daar allemaal werkt. Ik hoop dat zijn uitvinding een groot succes wordt en ik blijf hem natuurlijk ondersteuning geven. Ik vind het hartstikke leuk om hem te ondersteunen. Zelf ben ik ook altijd een knutselaar geweest, dus het zit denk ik in de genen.’