Bij duurzaam ondernemen gaat het om de balans tussen de drie p’s: people, planet, profit. Bij hun bedrijfsvoering dienen ondernemingen rekening te houden met de effecten op medewerkers, milieu en maatschappij. Duurzaam ondernemen staat volop in de belangstelling. Steeds meer opdrachtgevers vragen tegenwoordig om duurzame producten of diensten. Bijvoorbeeld de overheid. Maar wat houdt dit fenomeen precies in en wat betekent het voor bedrijven? Professor Jan Rotmans geeft zijn reflectie.

Voor iedere ondernemer ziet een duurzame bedrijfsvoering er anders uit. Dit hangt samen met de sector, de bedrijfsgrootte en de cultuur van de onderneming in kwestie. Duurzaamheid en maatschappelijke thema’s komen terug in risicoanalyses, de ontwikkeling van een businessplan, bij inkoop, het opzetten of overnemen van een productiefaciliteit en ook bij marketing- of exportactiviteiten. Er zijn geen regels voor duurzaam ondernemen. Wel bestaan er erkende normen en richtlijnen zoals de OESO-richtlijnen: internationale uitgangspunten voor goed ondernemerschap. Door bedrijfsactiviteiten op te zetten aan de hand van deze richtlijnen, wordt een onderneming transparanter en minder risicovol. Dat geeft (potentiële) klanten, financiers, aandeelhouders en de samenleving vertrouwen. Want bedrijven zonder kinderarbeid, corruptie en vervuiling in hun productie krijgen gemakkelijker financiering, mogen leveren aan overheden, zijn aantoonbaar efficiënter en zijn aantrekkelijker voor werknemers. Naast idealistische drijfveren, biedt duurzaam ondernemen dus ook economische voordelen.

Nieuwe cultuur

Organisaties die duurzaamheid in de praktijk brengen, baseren hun bedrijfsvoering op een respectvolle omgang met mensen, dieren en natuur. Voor alle aandachtsgebieden, variërend in uiteenlopende milieu- en sociale aspecten, dienen bedrijven de nodige acties te ondernemen en beleidsmaatregelen binnen de organisatie te implementeren. Professor Jan Rotmans is verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is een internationale autoriteit op het gebied van duurzaamheid. Wat betekent ondernemen op een dergelijke wijze voor hem? ‘Voor mij betekent duurzaamheid dingen schoon doen, veilig doen, het beste voor de mens, het beste voor de omgeving waarin je je bevindt en het beste voor de wereld. In alles het goede proberen te doen. Anders denken en anders doen. Dus niet minder vuil, maar gelijk helemaal schoon. Niet minder afval, maar zonder afval. Dat is een nieuwe cultuur. Want veel bedrijven zijn anno nu nog bezig met optimaliseren: iets minder slecht, iets efficiënter en iets minder vervuilend. Wat mij betreft legt men de lat bij duurzaam ondernemen zo hoog mogelijk. Het draait bovendien om het creëren van de juiste waarden. Dus niet alleen aan het onttrekken van waarden: minder grondstoffen, energie en geld. Maar juist om het toevoegen ervan. Bijvoorbeeld door de mensen om je heen gezonder te maken en werkgelegenheid te creëren. Zo draagt men bij aan een inclusieve samenleving waar alles en iedereen tot zijn recht komt.’

Het oude versus het nieuwe denken

In welke aspecten schuilen eventuele valkuilen van duurzaam ondernemen? Professor Rotmans: ‘Veel ondernemers bevinden zich nog in het “oude denken”. Die hebben de gedachte: iets minder warmte is goed en dan nog iets minder. Maar op een gegeven moment is dat een doodlopende weg. Je kunt niet steeds nóg efficiënter gaan werken. Om een gegeven moment is de grens bereikt en moet men eenvoudigweg anders gaan produceren. Dat is bijvoorbeeld het geval op het gebied van CO2 uitstoot. In de oude economie wil men minder vuil werken en de CO2 emissie onder de grond opslaan. Maar als je echt duurzaam wilt ondernemen, moet je helemaal geen CO2 produceren. Dat kan uiteraard niet in één keer. Aan de voorkant moet men echter schoner gaan produceren. Zolang er nog wel CO2 vrijkomt, kan dit worden afgevangen en opgeslagen. In de nieuwe economie ga je het eindeloos hergebruiken. Je kunt er bijvoorbeeld prachtige bio plastics van maken. Dat is een echt duurzaam gedachtegoed.’ Daartoe behoort ook het energieneutraal maken van woningen. Het nieuwe denken behelst dat nieuwbouwhuizen geen gas gebruiken en ook bestaande panden van deze vorm van energie afgaan. ‘We zijn in Rotterdam zelfs bezig met een energieleverende weg naar het vliegveld. Er is dus niet als uitgangspunt genomen dat er minder energie wordt gebruikt. Echter geldt het tegenovergestelde. Dat noem ik echt vernieuwend denken.’

Doorbraakinnovatie

Ook in West-Friesland is duurzaam ondernemen de norm. De activiteiten van Platform Milieubarometer vormen hiervan een levendig voorbeeld. Welke kansen ziet professor Rotmans voor deze regio? ‘De activiteiten van ondernemers uit deze contreien hebben reeds diverse successen opgeleverd op het gebied van onder meer: duurzame energie, mobiliteit, recycling en verantwoord gebruik van landbouwgrond. Het is tot nu toe echter het geval dat deze zaken nog niet zijn opgeteld tot iets groters. Wat ik nog mis in West-Friesland is een strak, gezamenlijk plan dat omschrijft waar men over twintig jaar wil staan. Er zijn hier veel kansen, bijvoorbeeld op het vlak van voedsel en gezondheid. Bovendien vormt dit gebied het achterland van Amsterdam en daar moet men ook toenadering toe zoeken. De projecten zijn hier nog niet zo iconisch als vergelijkbare versies elders in het land. Om dit te bereiken, moet men kennis delen in plaats van verborgen houden. Ga samenwerken, ga naar Den Haag, ga naar Brussel en zorg dat er geld komt voor wat ik doorbraakinnovatie noem. En niet in de laatste plaats: wees trots op je eigen regio en etaleer de mooie duurzame resultaten aan de buitenwereld!’

Bron: Westfriese Zaken