Dankzij meer vraag naar bedrijfspanden stijgt de omzet in de bouw meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Reden voor Westfriese Zaken om twee gespecialiseerde makelaars eens te vragen naar de ontwikkelingen op de bedrijventerreinen in West-Friesland.  Zit de groei er hier ook in?

Ja dus. Dat blijkt vooral uit de verkoop van kavels op bedrijventerrein Zevenhuis langs de NB23 bij Hoorn. Avia Marees maakte eerder in Westfriese Zaken de plannen bekend voor een uniek Multi Traffic Point. En kortelings kochten Voegbedrijf Eksteen en bestratingsbedrijf Kok-Hoorn een kavel voor een gemeenschappelijk gebouw met elk een eigen opgang.

Westfriese Zaken vraagt twee deskundigen of we de opgaande lijn nu ook in West-Friesland te pakken hebben.

Aad de Heus van Hoffstad Bedrijfsmakelaars richt zich uitsluitend op zakelijk onroerend goed. Hij zit al jaar twintig jaar in het vak. Zijn werkgebied is vooral West-Friesland en alles wat voor hem nog berijdbaar is;  de Noordkop, Purmerend en Alkmaar  Hij is tevens projectmakelaar van Zevenhuis en bevestigt dat de belangstelling groeit: ‘Niet de prijs maar de locatie wordt steeds belangrijker. Ik heb Zevenhuis altijd een prachtige plek gevonden en voorspel dat er binnenkort nog een grote speler aan kan komen.’ Paul Moerkamp is mede-eigenaar van Van Overbeek Bedrijfsmakelaars in Hoorn en al 16 jaar actief met de aan- en verkoop  en verhuur van bedrijfscomplexen.  En hij is taxateur: ‘De waarde moet steeds beter onderbouwd worden, onder meer volgens de regels van de Nederlandsche Bank. Op zich goed want het komt de kwaliteit van de rapporten ten goede, maar het wordt  daardoor ook duurder omdat er steeds meer uren in gaan zitten. Soms moeilijk uit te leggen want de klant wil alleen maar weten wat het waard is. Toch is een goede onderbouwing voor alle partijen van belang.’ Namens de HOC is Paul terreinvertegenwoordiger van Hoorn 80 en weet dus precies wat daar speelt.

Welke belangrijke ontwikkelingen ziet  u op de bedrijventerreinen?

Aad: ‘In de hele regio neemt de vraag toe. Het dalen van de prijzen is afgevlakt en je ziet hier en daar zelfs de prijzen weer wat stijgen. De leegstand neemt af. Er is nu wat je noemt een gezonde leegstand en dat is nodig om tot stabiele prijzen te komen.  Mensen zijn weer actief aan het ondernemen en dat zie je  terug in de prijs.’ Paul: ‘Het aanbod wordt krapper. Op Hoorn 80 hebben  we een zevental grote bedrijfsobjecten verkocht. Het aanbod  van grotere objecten neemt duidelijk af en daarom gaan  we meer naar een verkopersmarkt toe, al zijn er regionaal  wel grote verschillen. Maar de markt is wel uitgebodemd. Er is weer een goede balans tussen vraag  en aanbod.’

Is er verandering gekomen in de vraag?

Aad: ‘Er is duidelijk meer vraag naar bedrijfspanden dan  een paar jaar terug. En dat niet alleen in Hoorn. Onlangs   heb ik nog een paar grote objecten kunnen verkopen op het WFO-terrein in Zwaagdijk; het stond jaren stil en opeens  is er dan toch weer beweging.’
Paul: ‘West-Friesland bestaat hoofdzakelijk uit MKB-bedrijven  en dat is niet veranderd, vooral objecten tot 500 m2. Dat blijft  wel zo. Er is relatief minder vraag naar kantoorruimte door een andere manier van werken. Het is goed dat verouderde kantoren  uit de jaren ’70  door herbestemming van de markt zijn  gehaald. Minder meters leegstand helpt de balans tussen  vraag en aanbod te verbeteren. Je ziet daarbij dat kwaliteit  en ligging steeds belangrijker worden.’

Welke ontwikkelingen ziet u in de toekomst?

Aad: ‘Ik zie de locatie steeds belangrijker worden.  En ook  de vraag: wat past bij mij? De marktomstandigheden kunnen  op een paar kilometer verschil alweer heel anders zijn.  Purmerend zat bijvoorbeeld langdurig op slot, er gebeurde  weinig. Er is nu veel meer dynamiek en dat geeft mij het  gevoel dat in een groeimarkt zitten. En dat is heel  positief natuurlijk.”
Paul: ‘De reële economie trekt aan – en dat is de basis voor de vraag naar bedrijfshuisvesting. Creativiteit die je ziet in herbestemming en luisteren naar de markt helpt ook. Zo was een onverkoopbare hal van 1000 m2 wel te verkopen door er vier units van 250 m2 van te maken. Er zit voldoende know how  in de markt om vastgoed weer renderend te maken. We zijn op Hoorn 80 heel blij met parkmanagement dat ervoor heeft gezorgd dat het terrein er weer representatief bij ligt. Voornoemde zaken maken dat ik behoorlijk positief ben over de markt.’